2
Nl
INLEIDING
1
(Aan/uit)
Hiermee zet u het apparaat aan en uit.
y
• Het aan/uitlampje hierboven gaat branden wanneer het apparaat
aan staat.
• Als er een schijf in de schijflade zit wanneer u het apparaat aan
zet, wordt deze automatisch afgespeeld.
2
Aan/uitlampje
Brandt als volgt:
Aan: helder
Uit: uit
3
iPod/USB-poort
Sluit hier uw iPod of USB-apparaat aan. Zie pagina 6 voor
meer informatie.
4
iPod/USB-indicator
Uit: CD-modus geselecteerd.
Oranje: verbinding gereed.
Groen: iPod/USB is aangesloten en afspeelbare bestanden
zijn gedetecteerd (klaar voor afspelen).
5
CD/USB
Schakelt tussen CD-modus en iPod/USB-modus (Zie
pagina 6).
y
Wanneer de iPod/USB-indicator niet brandt, staat het apparaat in
CD-modus.
6
PURE DIRECT
Zet PURE DIRECT-modus aan of uit voor betere
geluidskwaliteit.
y
• De PURE DIRECT-indicator gaat branden.
• De digitale uitgang is uitgeschakeld.
• De weergave op het voorpaneel wordt tijdens afspelen
uitgeschakeld en alleen de minimaal noodzakelijke indicatoren
en berichten worden weergegeven tijdens gebruik.
Gebruik de ANALOG OUT-aansluitingen (analoog uit) wanneer
u PURE DIRECT-modus gebruikt (zie pagina 3).
7
Schijflade
Schijfinvoer.
8
(Openen/Sluiten)
Opent of sluit de schijflade.
9
Afstandsbedieningssensor
Ontvangt de signalen van de afstandsbediening.
0
/
(Achteruit springen/zoeken),
/
(Vooruit springen/zoeken)
/
: Springt naar het volgende nummer.
/
: Springt terug naar het begin van het huidige
nummer.
/
(tweemaal): Springt naar het vorige nummer.
Houd
/
of
/
ingedrukt om
achterwaarts/voorwaarts te zoeken.
A
(Afspelen)
Start het afspelen.
B
(Pauzeren)
Pauzeert het afspelen. Druk op of om verder te gaan
met het afspelen.
C
(Stoppen)
Stopt het afspelen.
REGELAARS EN HUN FUNCTIES
Voorpaneel
Opmerking