
Onderdrukfunctie
uit
15. Stel de waarde in voor de druk
waarbij de onderdrukfunctie moet
worden geactiveerd. De onder-
drukfunctie beschermt de pomp
en het systeem door te zorgen dat
de pomp niet kan draaien bene-
den een aangegeven lage druk
gedurende een aangegeven pe-
riode. Zie de volledige handleiding
voor meer informatie.
Stroomonderbreker
laag systeem
Uitgeschakeld
16. Stel de functionaliteit in voor
uitschakelen bij laag systeem. Zie
de volledige handleiding voor
meer informatie.
Pompbeveiliging instellen via
digitale ingang 19?
Nee
17. Selecteer Yes als er een
pompbeveiligingstoestel is aange-
sloten op digitale ingang 19. Als
het pompbeveiligingstoestel wordt
geactiveerd, zal de motor geleide-
lijk stoppen.
Doorgaan naar Digital
Input Setup?
Ja
18. Selecteer No om af te sluiten
3.3.7 Communicatie-setup
Volg de stappen 1 tot en met 3 en ga dan als volgt te werk.
Set-upselectie
Communicatie
1. Selecteer communicatietype
Protocol
Modbus RTU
2. Selecteer het communicatiepro-
tocol
Adres
1
3. Selecteer het adres
Baud-snelheid
9600
4. Selecteer baud-snelheid
Pariteit/stopbits
Pariteit even 1 Stop B
5. Selecteer de netwerkconfigura-
tie
Doorgaan naar Onderhoud?
Nee
6. Selecteer No om af te sluiten
4 Aanvullende informatie
4.1 Beschrijving aanloopbesturing
De systeembesturing gebruikte vaste aanlooptijden (ramps) volgens
onderstaande setpoints.
Aanlooptijden (ramps) kunnen worden ingesteld op onderstaande
waarden:
•
Slow
: (langzaam) grote pomp
•
Medium
: (middel) middelgrote pomp
•
Fast
: (snel) kleine pomp
Aan-
loop-
tijd
Booster
HVAC
Ramp 1
Ramp 2
Ramp 1
Ramp 2
Up
Down
Up
Down
Up
Down
Up
Down
Fast
4
4
70
70
8
8
90
90
Aan-
loop-
tijd
Booster
HVAC
Ramp 1
Ramp 2
Ramp 1
Ramp 2
Up
Down
Up
Down
Up
Down
Up
Down
Medi-
um
6
6
70
70
12
12
90
90
Lang-
zaam
8
8
70
70
16
16
90
90
De aanlooptijd (ramp) wordt uitgedrukt in seconden en geeft de tijd
aan die de motor nodig heeft om van 0 Hz naar de maximale frequen-
tie te gaan, of van de maximale frequentie naar 0 Hz.
Ramp 1 (up of down) wordt altijd gebruikt onder de minimale frequen-
tie/rustfrequentie en als de terugkoppelwaarde buiten het regelbereik
ligt.
Ramp 2 (up of down) wordt gebruikt als de terugkoppelwaarde binnen
het regelbereik ligt.
De motorbesturing gebruikt ramp-up (1 of 2) tot de terugkoppelwaarde
de bovengrens van het regelbereik bereikt. Als de bovengrens is be-
reikt, gebruikt de motorbesturing ramp-down (1 of 2) tot de terugkop-
pelwaarde de ondergrens van het regelbereik bereikt.
Parameter
Beschrijving
3–41
Vermogensopvoertijd [vermo-
gensverandering U]
3–42
Vermogensverlagingstijd [ver-
mogensverandering D]
3–51
Vermogensopvoertijd [vermo-
gensverandering U]
3–52
Vermogensverlagingstijd [ver-
mogensverandering D]
Afbeelding 21: Grafiek
1. Setpoint (instelpunt)
2. Regelterugkoppeling (werkelijke waarde)
3. Regelband
4. Slaapvertraging
5. Slaapfrequentie
6. Uitgangsfrequentie
7. Regeling met Ramp 2 Up en Ramp 2 Down (langzame aanloop)
nl - Vertaling van origineel
Lowara Aquavar
®
QUICK START GUIDE
51