7
Nederlands
Er is een accu op de lader
aangesloten en alléén de
power on LED brandt.
Lader staat in een
thermische stop.
Het laadproces zal automa-
tisch weer vervolgt worden
als de lader voldoende is
afgekoeld.
Er is een accu op de lader
aangesloten en de LED’s
branden maar de lader
werkt niet/niet goed.
Te lage ingangsspanning.
Controleer de netspanning.
Deze dient hoger te zijn als
170VAC.
Slecht of geen contact
tussen de accu en de
lader.
Controleer de verbindingen
en de kabels.
Lader is omgepoold.
Verwijder de verbinding.
Vervang de zekeringen in de
lader (gebruik alleen
dezelfde waarde) en sluit de
accu op de juiste manier
aan.
Lader staat in de
voedingsstand.
Zet schakelaars in de juiste
positie. Zie hoofdstuk
‘Spanning instellingen’
Er is geen accu op de
lader aangesloten, maar
toch brand de groene LED
bij “charge process” al bij
aanschakelen lader.
De acculader geeft altijd
een spanning af,
onafhankelijk of er een
accu aangesloten is.
Zet de lader uit. Sluit altijd
eerst een accu aan op de
lader. Schakel hierna de
lader pas aan.
De accu komt niet vol,
maar de lader geeft aan
dat het laadprocess is
voltooid (LED groen).
De accu is stuk/slecht.
Meet de zuurgraad en
vervang de accu indien
nodig.
Lader schakelt niet over
op “float”.
Accukabels zijn te dun.
Controleer de kabeldikte.
Accu is slecht/kapot.
Controleer/vervang de accu.
Er staan zware
verbruikers/belasters
aangesloten op de accu.
Schakel zo veel mogelijk
verbruikers uit tijdens het
laden of sluit een zwaardere
lader aan.
De lader is te licht voor
de accu.
Sluit een zwaardere lader
aan op de accu.
Indien de lader na de genoemde handelingen nog niet goed functioneert, kunt u de lader
terug brengen naar uw leverancier. De lader dient gefrankeerd op gestuurd te worden. Er
mogen alleen werkzaamheden uitgevoerd worden om de interne uitgangszekering te
vervangen. Probeer onder geen geding de lader zelf te repareren.