18
NEDERLANDS
Afmetingen: zie tabel en figuur 3 met de maten.
2. Veiligheid
Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen, die bij de montage
en inbedrijfname in acht genomen dienen te worden. Daarom is het
noodzakelijk dat deze handleiding voor de montage en inbedrijfstelling
door zowel de monteur als de gebruiker wordt gelezen.
Men dient niet alleen te letten op de onder het hoofdstuk “veiligheid”
genoemde algemene veiligheidsvoorschriften, doch ook op de hierna
aangegeven speciale veiligheidssymbolen.
2.1 Veiligheidssysmbolen
De veiligheidsvoorschriften die bij niet naleving lichamelijke letsels kun-
nen veroorzaken, worden aangeduid met:
Algemeen gevaar
Waarschuwing voor elektrische spanning
Veiligheidsvoorschriften die bij niet naleving gevaar opleveren voor de
pomp/installatie en haar werking worden aangeduid met
2.2 Personeelskwalificatie
De montage dient door gekwalificeerd personeel te worden uitge-
voerd.
2.3 Gevaren bij het niet in acht nemen van de
veiligheidsvoorschriften
Het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften kan gevaar
opleveren voor personen en kan tevens schade tot gevolg hebben aan
de pomp/installatie. Bij het niet in acht nemen van de veiligheidsvoor-
schriften vervalt iedere aanspraak op garantie!
Door de niet naleving van de veiligheidsvoorschriften kunnen onder
meer de volgende problemen optreden:
– Uitvallen van belangrijke functies van de pomp/installatie,
– Blootstelling van personen aan elektrische en mechanische gevaren.
2.4 Veiligheidsvoorschriften voor de gebruiker
De bestaande voorschriften ter voorkoming van ongevallen dienen in
OPGELET!
acht genomen te worden. Gevaren door elektrische energie dienen te
worden uitgesloten. Voorschriften van de landelijke en regionale ener-
giebedrijven dienen ook in acht genomen te worden.
2.5 Veiligheidsvoorschriften voor inspectie- en
montagewerkzaamheden
De gebruiker dient er zorg voor te dragen dat alle inspectie- en monta-
gewerkzaamheden worden uitgevoerd door erkend en gekwalificeerd
vakpersoneel, dat zich grondig in kennis heeft gesteld van de voor-
schriften uit de handleiding.
In principe mogen werkzaamheden aan de pomp/installatie alleen bij
stilstand worden uitgevoerd.
2.6 Eigenhandige ombouw en vervaardiging van onderdelen
Veranderingen van de pomp/installatie zijn alleen in overleg met de
producent toegestaan. In het kader van de veiligheid mag uitsluitend
gebruik worden gemaakt van originele onderdelen en door de produ-
cent toegelaten toebehoren. Bij gebruik van andere onderdelen kan de
producent niet aansprakelijk worden gesteld voor de mogelijke gevol-
gen hiervan.
2.7 Ontoelaatbare bedrijfsomstandigheden
De bedrijfszekerheid van de geleverde pomp/installatie is alleen
gewaarborgd bij een reglementaire toepassing, conform paragraaf 1
van de handleiding. Er mag in geen geval worden afgeweken van de
grenswaarden die vermeld staan in de catalogus of in de specificatie.
3. Transport en tussenopslag
De pomp dient bij transport en tussenopslag te wor-
den beschermd tegen vocht, vorst en mechanische
beschadiging.
4. Productomschrijving en toebehoren
4.1 Omschrijving van de pomp
(figuur 1)
De pomp is een multicellulaire (2 - 6 cellen), normaal zuigende, hori-
zontale hogedrukcentrifugaalpomp en behoort tot het blok-bouwtype
met een horizontaal zuig- (nr. 1) en verticaal drukbuisstuk (nr. 2).
Het hydraulische gedeelte is opgevat als een scharnier dat voorzien is
van het overeenstemmende aantal celhuizen (nr. 5) en waaiers (nr. 6).
De waaiers zijn gemonteerd op een motor-pompas (nr. 7), vervaardigd
uit een stuk. Het pothuis (nr. 8) waarin de hydraulische eenheid is
ondergebracht, staat borg voor een betrouwbare dichting. Alle onder-
delen die in aanraking komen met het te verpompen medium, zoals de
celkamers, de waaiers en het pothuis zijn vervaardigd uit chroom-nik-
kelstaal. De asdoorgang van het pomphuis is ter hoogte van de motor
met een glijringdichting (nr. 9) afgedicht. E = Alle onderdelen die met
het te verpompen medium in aanraking komen, hebben een KTW-
resp. WRAS-label. Dit betekent dat ze geschikt zijn voor toepassingen
voor drinkwater.
De wisselstroommotoren zijn voorzien van een thermische motorbevei-
liging. Wanneer de toegelaten temperatuur ter hoogte van de motor-
wikkeling wordt overschreden, schakelt de motor af. Na afkoeling
treedt de motor automatisch weer in werking.
Beveiliging tegen onvoldoende water: de pomp en in het bijzonder de
glijdichtring mogen niet drooglopen. Om onvoldoende watertoevoer te
voorkomen, moet de pomp door de ebruiker worden aangepast, of
moet gebruik worden gemaakt van de betreffende onderdelen uit het
WILO- toebehorengamma.
Het toerental van de pomp kan worden aangepast door de pomp uit
te rusten met een frequentieomvormer/motorfilter (zie paragraaf 5.3).
4.2 Leveringsomvang
– Pomp in EM- of DM-uitvoering,
– Montage- en bedieningsvoorschriften
4.3 Toebehoren
De toebehoren dienen afzonderlijk te worden besteld.
OPGELET!
1.2.2 Typecodering
MHI 4 06
1 / E / 3 ~ 400 - 50 - 2/XX/X
Model
MHI
(
M
ulticellulaire,
h
orizontale
centrifugaalpomp
uit edelstaal (
I
nox)
Pompkapaziteit
(m
3
/u)
Aantal waaiers
Staalkwaliteit:
1
→
1.4301 (AISI 304)
2
→
1.4404 (AISI 316 L)
dichtingen – EPDM (KTW/WRAS)
dichtingen – VITON
Netspanning
3 ~ 230/400 V
1 ~ 230 V
Frequentie 50 of 60 Hz
Motor 2- of 4-polig
Code fabrikant
Содержание Economy-MHI 16 Series
Страница 2: ...Fig 1 Fig 2...
Страница 3: ...Fig 3 Fig 4...
Страница 52: ...48 GREECE 6 2 1 2 3 SW 19 10 Q 0m3 h 10 7 1 2 4 1 2 3 4...
Страница 53: ...49 GREECE 8 WILO M v v...