22
NL
Tussen de tussenkamer en de bovenstroomse zone van de terugstroombeveiliging kan geen terugstroming of drukschommeling
plaatsvinden. Dankzij de constructie van het toestel in overeenstemming met de normen, is de bovenstroomse druk altijd 140 mbar
hoger dan de druk in de tussenkamer. Dit drukverschil zorgt ervoor dat de ontlastklep open gaat en de terugstroombeveiliging
wordt geleegd. De controleerbare terugstroombeveiliging met gereduceerde drukzone BA BM heeft een eigen beveiliging tegen
eventuele storingen. In geval van statische druk komt het apparaat in de beveiligde toestand.
De volgende gevallen kunnen zich voordoen:
1.1 Werking
1.2 Storingen
> Activering van de automatische veiligheidsinrichtingen
BOVENSTROOMSE
ONDERDRUK /
TERUGHEVELING
De twee keerkleppen
gaan dicht. De
ontlastklep gaat
open en maakt de
tussenkamer leeg.
OVERDRUK MET
BENEDENSTROOMSE
KLEP AFGEDICHT
Als de afdichting van de
keerklep perfect is, doen
zich geen storingen voor:
de klep blijft gesloten.
DOORSTROMING > WATERINLAAT / START AFNAME
De twee keerkleppen zijn geopend. De ontlastklep is
gesloten (de sluitdruk is lager dan de openingsdruk van
de bovenstroomse keerklep).
De benedenstroomse zone
is gevoed.
GEEN DOORSTROMING > STOP AFNAME
De twee keerkleppen zijn gesloten. De ontlastklep is
gesloten
(omdat de druk die dient om hem te sluiten
lager is dan de druk om de bovenstroomse keerklep te
openen).
STOP
AFNAME MET
DEFECTE
BOVENSTROOMSE
KLEP
De bovenstroomse
druk verhoogt de druk
in de tussenkamer.
De ontlastklep gaat
open met als gevolg
continue afvoer.
OVERDRUK
MET DEFECTE
BENEDENSTROOMSE
KLEP
De druk in de
tussenkamer neemt toe,
waardoor de ontlastklep
open gaat en afvoert
naar het afvalwater.
Содержание SOCLA BA BM
Страница 62: ...62 NOTES ...