66
© Wagner. Alle rechten voorbehouden.
Indien de drukcontroleknop teruggezet is op nul en de
PRIME/SPRAY (DOORSPUITEN/SPUITEN) selectiehendel
zich nog op SPRAY bevindt terwijl de spuit bediend wordt,
zal de druk in de slang en het spuitpistool hoog oplopen
tot de PRIME/SPRAY (DOORSPUITEN/SPUITEN)
selectiehendel op PRIME gezet is of tot de trekker van het
spuitpistool overgehaald is om de druk te verlagen.
Drukverlagingsprocedure
Volg deze procedure nadat de eenheid gemonteerd is en om
het even welke bediening die betrekking heeft op het
spuitpistool zoals reiniging en onderhoud of wijzigen van
spuitmonden of accessoires.
1. Draai de drukcontroleknop in tegenwijzerzin naar de
laagste stand.
2. Draai de PRIME/SPRAY (DOORSPUITEN/SPUITEN)
selectiehendel naar PRIME.
3. Trigger het pistool to remove any pressure that may still
be in the hose.
4. Lock the trigger by rotating the trigger
lock forward until it stops.
Persoonlijk letsel door injectie. Zorg
dat tijdens het spuiten de
beschermkap van de spuitmond steeds
op zijn plaats blijft. Het spuitpistool
SLECHTS activeren wanneer de
spuitmond in de stand doorspuiten of spuiten staat. De
trekker van het pistool ALTIJD vergrendelen alvorens de
spuitmond te verwijderen, deze te vervangen of deze
schoon te maken.
Spuiten
Spruittechniek
Het belangrijkste voor mooi verven is een gelijkmatige laag
over het gehele oppervlak. Dit kan bereikt worden door overal
op dezelfde manier te verven. Blijf steeds op dezelfde snelheid
verven en hou het spuitpistool op eenzelfde afstand van het
oppervlak. De beste spuitafstand is 25 tot 30 cm tussen de
spuitmond en het oppervlak.
Dikke Laag
Buig uw pols niet tijdens het spuiten.
Lichte Laag
Lichte Laag
WAARSCHUWING
Trekker vergrendeld
(pistool zal
niet spuiten)
Drukcontroleknop
PRIME/SPRAY
(DOORSPUITEN/
SPUITEN)
selectiehendel
PRIME/SPRAY
(DOORSPUITEN/
SPUITEN)
selectiehendel
LET OP
Hou het spuitpistool in een rechte hoek met het oppervlak. Dit
betekent dat u uw volledige arm heen en weer beweegt in
plaats van enkel uw pols te buigen.
Hou het spuitpistool in een rechte hoek met het oppervlak,
anders zal één kant van het patroon dikker zijn dan de andere.
Het spuitpistool moet functioneren door aan en uit te
schakelen met elke veeg. Dit zal materiaal besparen en
vermijden dat er materiaal ophoopt aan het einde van de veeg.
Haal de trekker niet over in het midden van een veeg. Dit zal
zorgen voor een ongelijkmatige spuiting en een oppervlak vol
vlekken.
Ga over elke veeg met ongeveer 30%. Dit zal zorgen voor een
gelijkmatige laag.
Wanneer u ophoudt met verven, vergrendel het pistool, draai
de drukcontroleknop in tegenwijzerzin naar de laagste stand
en zet de PRIME/SPRAY (DOORSPUITEN/SPUITEN)
selectiehendel op PRIME. Zet de ON/OFF schakelaar van de
motor op OFF en maak de spuit los.
Indien u denkt dat u langer dan 1 uur weg zal blijven, volg dan
de kort opruimprocedure op, beschreven in het hoofdstuk
OPRUIMEN van deze handleiding.
Gebruik
1. Zorg ervoor dat er geen knikken in de verfslang zijn of dat
het uit de buurt gehouden wordt van scherpe voorwerpen.
2. Draai de drukcontroleknop in tegenwijzerzin naar de
laagste stand.
Correcte manier om het spuitpistool te doen functioneren
Ongeveer
25 tot 30 cm
Blijf gelijkmatig
verven
Begin veeg
Einde veeg
Haal de
trekker over
Laat trekker los
Hou stevig vast
Ongeveer
25 tot 30 cm
Juiste
Manier
Foute
Manier
Blijf soepel en op dezelfde snelheid verven.
Overal een gelijkmatige laag
Ongeveer
25 tot 30 cm
R
NL