8
NL
WWW.VONROC.COM
Niet overstrekken. Vermijd werkzaam-
heden die de ladder of trap zijdelings
belasten, zoals boren in harde
materialen.
Stap niet zijdelings vanaf de vrijstaan-
de ladder of trap op een ander
oppervlak over.
Plaats het trapje niet op een ongelijke
of onstabiele ondergrond.
De ladder niet op- en aflopen als uw
ogen niet naar de ladder toe zijn
gericht.
Zet de ladder of trap niet op verontrei-
nigde grond.
Reik niet buiten uw macht.
Draag geen apparatuur die zwaar is of
moeilijk kan worden gehanteerd, als u
de ladder gebruikt.
Draag geen ongeschikt schoeisel als u
de ladder oploopt.
Gebruik de ladder niet als u onvol-
doende fit bent. Bepaalde medische
condities of medicijnen, alcohol- of
drugsmisbruik kunnen het gebruik van
een ladder onveilig maken.
Gebruik de ladder nooit als brug.
WAARSCHUWING – Gevaar door
elektriciteit. Beoordeel alle elektrische
risico’s in het werkgebied, zoals
leidingen en andere elektrische
apparatuur. Gebruik de ladder niet
waar elektrische risico’s bestaan.
Ladder of trap voor huis-
houdelijk gebruik.
De ladder uitsluitend gebruiken als de
veiligheidsvoorzieningen geactiveerd
zijn.
Staande ladders resp. uitzetladders
dienen niet gebruikt te worden als
gewone ladders die tegen de wand
leunen, tenzij de ladders daarvoor
werden ontwikkeld.
SPECIALE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Het niet navolgen van de waarschuwingen en in-
structies in deze handleiding en op het product kan
leiden tot ernstig letsel of een dodelijk ongeluk.
- Sta geen lange tijd achtereen op een ladder of
trap zonder regelmatige rustpauzes (vermoeid-
heid houdt risico in).
- Voorkom transportschade, bijvoorbeeld door de
ladder goed neer te leggen.
- Gebuik de ladder of trap uitsluitend als hij
geschikt is voor de werkzaamheden.
- Gebruik de ladder of trap niet als hij verontrei-
nigd is, bijvoorbeeld met natte verf, modder,
olie of sneeuw.
- Gebruik de ladder of trap niet in slecht weer,
zoals bij sterke wind.
- Houd tijdens het positioneren van de ladder
of trap rekening met het risico van botsingen,
bijvoorbeeld door voetgangers, voertuigen of
deuren. Deuren (m.u.v. nooduitgangen) en ven-
sters in het werkgebied waar mogelijk zekeren.
- Gebruik niet-geleidende ladders voor onvermij-
delijke elektrische werkzaamheden.
- Wijzig niets aan het ontwerp van de ladder of
trap.
- Verplaats de ladder of trap niet als er iemand op
staat.
- Plaats ladders en trappen altijd op hun voeten
en niet op de sport/trede.
- Blijf tijdens werkzaamheden altijd met beide
voeten op een sport/trede van de ladder of trap
staan en altijd naar de trap of ladder gekeerd.