78
Meetbuskeuze en toewijzen van het zwarte en het rode meetsnoer
DMM
Zwart
rood
VC130
COM (5)
mA/
Ω
(7)
VC150
COM (5)
mA/
Ω
(7)
VC170
COM (5)
V/
Ω
(8)
-
Schakel de DMM in en kies het meetbereik.
-
Steek de meetsnoeren naargelang het model zoals aangegeven op de tabel in de meetbussen.
-
Controleer de meetsnoeren op doorgang door beide meetpunten met elkaar te verbinden. Nu moet
zich een waarde van ca. 0 V instellen. De onbelaste meetspanning bedraagt ong. 3 V.
-
Verbind nu de beide meetpennen met het meetobject (diode).
-
In het display wordt de doorlaatspanning in volt (V) weergegeven.
Als „OL“ verschijnt, wordt de diode in sperrichting gemeten of is de
diode defect (onderbreking). Voer ter controle een meting door met
omgekeerde polariteit. Het rode meetsnoer komt overeen met de
pluspool (anode), het zwarte met de minpool (kathode). Een silicium-
diode heeft een doorlaatspanning van ong. 0,5 – 0,8 V.
-
Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. Draai de draai-
schakelaar in de stand „OFF“ resp. schakel het apparaat uit via de „POWER“-schakelaar.
f) Doorgangstest
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals
andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn.
Meetbuskeuze en toewijzen van het zwarte en het rode meetsnoer
DMM
Zwart
rood
VC130
COM (5)
mA/
Ω
(7)
VC150
COM (5)
mA/
Ω
(7)
VC170
COM (5)
V/
Ω
(8)
-
Schakel de DMM in en kies het meetbereik
-
Steek de meetsnoeren naargelang het model zoals aangegeven op de tabel in de meetbussen.
-
Druk op de toets „SELECT“ (3) om bij de VC170 de functie van de akoestische doorgangstester te
activeren. Door nogmaals op de toets te drukken, wordt naar de volgende meetfunctie (diodetest)
geschakeld, enz.