77
d) Weerstandsmeting
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals
andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn.
Meetbuskeuze en toewijzen van het zwarte en het rode meetsnoer
DMM
Zwart
rood
VC130
COM (5)
mA/
Ω
(7)
VC150
COM (5)
mA/
Ω
(7)
VC170
COM (5)
V/
Ω
(8)
Voor de weerstandsmeting gaat u als volgt te werk:
-
Schakel de DMM in en kies het meetbereik “
Ω
”.
-
Steek de meetsnoeren naargelang het model zoals aangegeven op de tabel in de meetbussen.
-
Controleer de meetsnoeren op doorgang door beide meetpunten met elkaar te verbinden. Nu moet
zich een weerstandswaarde van ca. 0,5 ohm instellen (de eigen weerstand van de meetsnoeren).
-
Druk bij kortgesloten meetsnoeren op de toets “SELECT” (alleen bij VC170), om de invloed van de
eigen weerstand van de meetsnoeren op de volgende weerstandsmeting uit te schakelen. Het dis-
play geeft 0 ohm weer.
-
Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetobject. De meetwaarde wordt in het display weergege-
ven, mits het meetobject niet hoogohmig of onderbroken is. Wacht tot de displaywaarde gestabili-
seerd is. Bij weerstanden >1 MOhm kan dit enkele seconden duren.
-
Zodra “OL” (voor overflow = overloop) op het display verschijnt, heeft u het meetbereik overschreden
of is het meetcircuit onderbroken. Selecteer ev. een groter meetbereik.
-
Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. Draai de draai-
schakelaar in de stand „OFF“ resp. schakel het apparaat uit via de „POWER“-schakelaar.
☞
Wanneer u een weerstandsmeting uitvoert, moet u erop letten dat de meetpunten waarmee
de meetsnoeren in contact komen, vrij zijn van vuil, olie, soldeerhars of dergelijke. Derge-
lijke omstandigheden kunnen het meetresultaat vervalsen.
e) Diodetest
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals
andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn.