Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Voor reproducties van welke aard dan ook, bijv. fotokopie,
microverfilming of registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, is de schriftelijke toestemming van de
uitgever vereist. Reproductie, ook gedeeltelijke, is niet toegestaan. De publicatie is een weergave van de technische
stand bij het ter perse gaan.
Copyright 2018 by Conrad Electronic SE.
*1599562_v1_0318_02_IPL_m_nl
Batterij plaatsen / vervangen
• Klap het deksel van het batterijvak open.
• Verbind de batterijclip met de contacten van de batterij.
• Schuif de batterij in het vak.
• Sluit het batterijvak. Zorg hierbij dat de kabels van de batterijclip niet
bekneld raken.
Vervang de batterij, zodra het batterijsymbool op het
beeldscherm verschijnt.
Ingebruikname
a) Aan-/uitschakelen
• Druk op meettoets om het product aan te zetten.
•
De thermometer schakelt zichzelf na 10 seconden inactiviteit automatisch uit.
b) Doellaser
• Houd de lasertoets ca. 1 seconden ingedrukt om de doellaser te activeren resp. te
deactiveren.
• Als de laserfunctie is geactiveerd, verschijnt boven in het beeldscherm een
waarschuwingsdriehoek.
• De laserstraal wordt alleen opgewekt wanneer u op de meettoets ingedrukt houdt. Als u de
meettoets loslaat, dooft de laserstraal.
c) Uitvoeren van een meting
• Houd de meettoets ingedrukt en richt de infraroodsensor direct op het te meten object.
• Tijdens de meting worden de temperatuur en de indicatie SCAN op het beeldscherm
weergegeven.
• Als u de meettoets loslaat, wordt de laatste meetwaarde op het beeldscherm bevroren.
Bovendien verschijnt de indicatie HOLD.
• Als de temperatuur buiten het meetbereik ligt, verschijnen vier horizontale streepjes op het
beeldscherm in plaats van een meetwaarde.
Om de juiste meetwaarde te verkrijgen dient het product aangepast te zijn aan de
omgevingstemperatuur. Laat het product op een nieuwe locatie eerst op de nieuwe
omgevingstemperatuur komen, voordat u het gebruikt.
Langere metingen van hoge temperaturen bij een geringe meetafstand leiden tot
een verwarming van het meetapparaat zelf en daarmee tot foutieve metingen. Om
exacte meetwaarden te bereiken geldt de vuistregel: hoe hoger de temperatuur, des
te groter de meetafstand en des te korter de meetduur dient te zijn.
d) Beeldschermverlichting
Druk even op de lasertoets om de beeldschermverlichting aan resp. uit te zetten.
e) De eenheid wijzigen
Houd de toets °C/°F
om tussen de weergave in °C (graden Celsius) en °F (graden Fahrenheit)
om te schakelen.
f) Min./Max.-weergave
•
De minimale resp. maximale meetwaarde van de actuele meting wordt links onderaan op het
beeldscherm weergegeven.
• Druk kort op de toets MIN/MAX
om tussen de aanduiding van de minimale (indicatie MIN) en
maximale (indicatie MAX) meetwaarde om te schakelen.
• Als u de meettoets los laat en daarna opnieuw indrukt, begint een nieuwe meting. Het
tijdelijk geheugen wordt gewist en de MIN/MAX-waarden van de vorige meting zijn niet meer
beschikbaar.
Emissiegraad
•
Veel organische materialen hebben een emissiecoëfficiënt van 0,95. Daarom is de
emissiecoëfficiënt permanent ingesteld op 0,95 ingesteld. De emissiecoëfficiënt wordt rechts
onderaan op het beeldscherm weergegeven.
• Glanzende oppervlakken vervalsen het meetresultaat. Ter compensatie kan het oppervlak
van glanzende voorwerpen met kleefband of matzwarte verf afgedekt worden.
Grootte IR-meetvlek (verhouding meetafstand tot meetoppervlak)
• Om precieze meetresultaten te verkrijgen moet het meetobject groter zijn dan de IR-meetvlek.
• Hoe kleiner het meetobject, des te kleiner moet de afstand zijn.
• Voor nauwkeurige metingen moet het te meten object minstens tweemaal zo groot zijn als
de IR-meetvlek.
• Bij dit product ligt de verhouding rond 12:1. Bij een afstand van 12 cm bedraagt de grootte
van de meetvlek dus 1 cm.
Reiniging en onderhoud
a) Behuizing
• Gebruik in geen geval agressieve reinigingsmiddelen, reinigingsalcohol of andere chemische
producten omdat de behuizing beschadigd of de werking zelfs belemmerd kan worden.
• Gebruik een droog, pluisvrij doekje voor de reiniging van het product.
b) Lens
• Gebruik geen zuur- of alcoholhoudende of andere oplosmiddelen en geen ruwe, pluizige
doek om de lens te reinigen.
• Druk bij de reiniging niet te hard op de lens.
• Verwijder losse deeltjes met schone perslucht en veeg de dan nog overblijvende aanslag
weg met een fijne lenzenborstel.
• Maak het oppervlak schoon met een lenzendoekje of met een schoon, zacht en pluisvrij
doekje.
• Voor het verwijderen van vingerafdrukken en andere vetsporen kan het doekje met water of
een lenzenschoonmaakvloeistof bevochtigd worden.
Afvoer
a) Product
Elektronische apparaten zijn recyclebare stoffen en horen niet bij het huisvuil.
Voer het product aan het einde van zijn levensduur volgens de geldende wettelijke
bepalingen af.
Verwijder batterijen/accu's die mogelijk in het apparaat zitten en gooi ze afzonderlijk
van het product weg.
b) Batterijen/accu’s
U bent als eindverbruiker volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege
batterijen en accu’s in te leveren; verwijdering via het huisvuil is niet toegestaan.
Batterijen/accu’s die schadelijke stoffen bevatten, zijn gemarkeerd met nevenstaand
symbool. Deze mogen niet met het huisvuil worden afgevoerd. De aanduidingen
voor de zware metalen die het betreft zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood
(de aanduiding staat op de batterijen/accu’s bijv. onder het links afgebeelde
vuilnisbaksymbool).
U kunt verbruikte batterijen/accu’s gratis afgeven bij het KCA, onze filialen of overal waar
batterijen/accu’s worden verkocht.
Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen en draagt u bij aan de bescherming van het milieu.
Technische gegevens
Spanningsverzorging .................... 9V-blokbatterij
Meetbereik ....................................
-50 tot +500 °C
Nauwkeurigheid ............................
±3 °C (-50 tot +20 °C)
±2 % of ±2 °C (+20 tot +500 °C)
Resolutie .......................................
0,1 °C
IR-meetoptiek ............................... 12:1
Emissiecoëfficiënt
.........................
0,95 (permanent ingesteld)
Laserklasse .................................. 2
Lasergolflengte
.............................
630 – 670 nm
Stroomverbruik laser .................... <1 mW
Bedrijfscondities ...........................
0 tot +50 °C, 10 – 90 % RV
Opslagcondities ............................
-10 tot +60 °C, <80 % RV
Afmetingen (B x H x D)
.................
39 x 140 x 73 mm
Gewicht .........................................
130 g
Oppervlak
Emissiegraad
Oppervlak
Emissiegraad
Asfalt
0,90 – 0,98
Lak (mat)
0,97
Beton
0,94
Menselijke huid
0,98
IJs
0,96 – 0,98
Mortel
0,89 – 0,91
IJzeroxide
0,78 – 0,82
Papier
0,70 – 0,94
Aarde, humus
0,92 – 0,96
Plastic
0,85 – 0,95
Gips
0,80 – 0,90
Zand
0,90
Glas, keramiek
0,90 – 0,95
Textiel
0,90
Rubber (zwart)
0,94
Water
0,92 – 0,96
Lak
0,80 – 0,95
Baksteen
0,93 – 0,96
De in de tabel vermelde emissiegraden zijn waarden bij benadering. Verschillende
parameters zoals geometrie en oppervlaktekwaliteit kunnen de emissiegraad van
een object beïnvloeden.