28
ZENDER OP AFSTAND / AAN/UIT ONTVANGER OP AFSTAND
5.
De zender is ontworpen om onze apparaatontvanger binnenshuis aan te sturen. U kunt deze zender gebruiken om de ontvangers
voor welke aan te sluiten elektrische apparaten dan ook te regelen.
De zender heeft 4 kanalen die tot 4 ontvangers kunnen aansturen.
Intelligente code-instellingen en leerfuncties zorgen ervoor dat er geen ingewikkelde instellingen of codeschakelingen nodig zijn en
voorkomen nagenoeg alle storingen van andere op afstand regelbare systemen.
Knopconfiguraties
Zender:
ON
De 4 AAN-knoppen schakelen de ontvanger van het desbetreffende kanaal in
OFF
De 4 UIT-knoppen schakelen de ontvanger van het desbetreffende kanaal uit
BRIGHT
Vergroot de helderheid van de aangesloten lampen (geldt uitsluitend voor de
op afstand bediende wandcontactdoos met dimfunctie, te herkennen aan de
opdruk “Dimmer”)
DIM
Verminder de helderheid van de aangesloten lampen (geldt uitsluitend voor de
op afstand bediende wandcontactdoos met dimfunctie, te herkennen aan de
opdruk “Dimmer”)
ALL ON
Zet ALLE ontvangers tegelijk aan.
ALL OFF
Zet ALLE ontvangers tegelijk uit.
RESET
(aan de binnenkant van het batterijcompartiment)
Genereer een nieuwe systeemcode
Receiver:
LEARN
Leert de systeemcode en het kanaalnummer toegewezen door de zender
ON/OFF
Zet de aangesloten apparaten handmatig aan of uit
Instellen van de zender op afstand
Open het batterijcompartiment aan de achterkant van de zender.
1.
Plaats één 9V batterij (inbegrepen) in het batterijcompartiment. Let daarbij op de juiste polariteit.
2.
Gebruik een klein scherp voorwerp en druk eenmaal op de RESET-knop om een unieke systeemcode te verkrijgen zodat
3.
deze set niet gestoord wordt door andere, vergelijkbare systemen in de buurt. De RESET-knop zit linksbovenaan in het
batterijcompartiment.
Plaats het deksel van het batterijcompartiment weer terug op de zender.
4.
Druk op één van de AAN / UIT-knoppen om te zien of de zender werkt; als dit het geval is zal het indicatorlampje oplichten.
5.
Instellen van de ontvanger
Sluit de ontvanger aan op een geaard hoofdstopcontact en zet het aan met de AAN-knop. Het indicatorlampje zal oplichten.
1.
Richt de zender op de ontvanger over een afstand van ongeveer 50 cm.
2.
Houd tegelijk de AAN-knop (1, 2, 3 of 4 AAN) voor het desbetreffende kanaal en de LEARN knop van de ontvanger enkele
3.
seconden ingedrukt. De zelf-leer functie voert nu de codering uit, van 4.000 beschikbare codes. U kunt nu de aangesloten
apparaten op afstand aan- of uitschakelen.
Herhaal deze procedure voor de andere ontvangers.
4.
U kunt verschillende ontvangers tegelijk aansturen met slechts één zenderknop (kanaal).
5.
Synchroniseer hiertoe elke ontvanger met het zenderkanaal.
6.
De zendercode wordt bewaard wanneer de batterijen worden vervangen.
7.
Wanneer u de ontvanger van de hoofdstroombron ontkoppelt, worden de coderingen van de zender en ontvanger gedurende
8.
5 minuten bewaard. Sluit de ontvanger opnieuw met de hoofdstroombron aan binnen deze tijd. Doet u dit niet, dan moeten de
zender en ontvanger opnieuw worden gesynchroniseerd.
Druk op de reset/recode-knop om willekeurig een nieuwe huiscode te selecteren uit de 4.000 mogelijk beschikbare codes. Alle
9.
ontvangers moeten dan opnieuw worden gesynchroniseerd.
Druk alleen op deze knop wanneer u denkt dat de instelling van de afstandbediening door andere signalen wordt
verstoord.
Vermijd storingen: zorg er alstublieft voor dat de afstand tussen de verschillende ontvangers ongeveer 50cm is.
10.
Iedere ontvanger heeft een extra handmatige AAN / UIT-schakelaar. U kunt ook de ontvanger aan- of uitschakelen zonder de
11.
afstandbediening. Het indicatorlampje geeft aan wanneer de ontvanger in AAN / UIT-modus is.