O
Colofon
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming
of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk,
ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen.
© Copyright 2015 by Conrad Electronic SE.
V2_0715_02/VTP
AANSLUITEN, INGEBRUIKNAME, LADEN
Bij niet juist ingestelde laadspanning of wanneer tijdens het laden op een niet passend
spanningsbereik wordt omgeschakeld, veroorzaakt dit afhankelijk van de constellatie
of een ontlading of overlading van de aangesloten accu. Bij een overlading wordt niet
alleen de accu vernietigd. Er bestaat tevens explosie- en brandgevaar.
U mag de lader en de accu nooit afdekken om eventuele beschadigingen door opho-
ping van warmte te voorkomen. Let bij het aansluiten beslist op de polariteit.
Het is normaal wanneer een accu met geringe capaciteit tijdens het laden warm wordt.
1. Plaats de schuifschakelaar in de stekkerlader (1) in de stand „2 V / 6 V / 12 V“, die bij de
nominale spanning van de te laden accu’s past.
2. Sluit de stekkerlader aan op de contactdoos (100 - 240 V/AC).
3. Sluit de accu met de krokodilklemmen (2) aan op de lader . Let hierbij absoluut op de
juiste polariteit. De rode krokodilklem moet aan de positieve pool, de zwarte krokodilklem
aan de negatieve pool van de accu worden aangesloten. Als det accu volgens de juiste
polariteit is aangesloten, niet defect is (hoogohmig/onderbroken) en de netvoeding tot
stand is gebracht, licht de laadindicatie (3) groen op. Het opladen begint. Afhankelijk van
de capaciteit van de aangesloten accu en de conditie hiervan (bijv. oude of nieuwe accu,
lege of volledig ontladen accu en dergelijke), verschilt de benodigde tijdsduur voor het
laden. Bij een grote, volledig lege accu met een capaciteit van bijv. 12 Ah, kan het laden
zeker meerdere dagen duren.
4. Als de laadeindspanning is bereikt, gaat de laadindicatie (3) weer uit. De lader geeft nu
voor een onderhoudslading nog slechts geringe stroom af aan de accu.
5. Beëindig het laadproces. Koppel hiervoor de accu los van de lader en trek aansluitend de
lader uit de contactdoos.
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
De stekkerlader is, afhankelijk van de schakelaarstand, in de uitgangsspanning begrensd op
de laadeindspanning van een „2 V / 6 V /12 V loodaccu“. De aanvankelijke laadstroom van
max. 600 mA wordt bij het bereiken van de laadeindspanning voortdurend lager. Als de accu
volledig is geladen, stroomt alleen nog een lage reststroom (onderhoudslading). Dan kan bij
een juist ingestelde spanningskeuzeschakelaar (2 V / 6 V / 12 V) een aangesloten loodaccu
niet worden overgeladen.
Bovendien is een ompoolbeveiliging geïntegreerd. Als de stekkerlader met omgekeerde pola-
riteit wordt aangesloten op een accu, dan licht de rode LED op voor de ompoolbeveiliging (4).
Controleer de polariteit van de accu en de aansluitkabels.
Als de lader bijv. door kortsluiting te warm wordt, wordt de laadstroom automatisch verlaagd.
AFVALVERWIJDERING
a) Product
Het product hoort niet bij het huishoudelijk afval.
Verwijder het product aan het einde van zijn levensduur conform de geldende wet-
telijke bepalingen.
b) Accu´s
Als eindverbruiker bent u conform de KCA-voorschriften wettelijk verplicht om alle gebruikte
accu’s in te leveren; verwijdering via het huishoudelijke afval is niet toegestaan.
Batterijen/accu’s die schadelijke stoffen bevatten, worden aangegeven met het
nevenstaande pictogram. Dit pictogram duidt erop dat afvoer via het huishoude-
lijk afval verboden is. De aanduidingen voor de betreffende zware metalen zijn:
Cd=cadmium, Hg=kwik, Pb=lood (aanduiding wordt op de batterijen/accu’s vermeld,
bijv. onder het links afgebeelde vuilnisbakpictogram).
Uw lege accu’s kunt u gratis inleveren bij de gemeentelijke inzamelpunten, bij onze neven-
vestigingen of afgeven bij alle verkooppunten van accu´s. Zo voldoet u aan de wettelijke
verplichtingen en draagt u bij aan het beschermen van het milieu.
TECHNISCHE GEGEVENS
Bedrijfsspanning ...................................100 - 240 V/AC (50/60 Hz)
Laadspanning .......................................2,3 V / 6,9 V / 13,8 V ± 0,2 V
Laadstroom ..........................................max. 600 mA
Laadcapaciteit ......................................max. 7,2 VA
Controle lading .....................................Lichtindicator
Bedrijfsomstandigheden ....................... 0 °C tot +35 °C, 10% tot 90% relatieve luchtvochtig-
heid, niet condenserend
Opslagomstandigheden ........................ -20 °C tot +60 °C, 10% tot 90% relatieve luchtvochtig-
heid, niet condenserend
Afmetingen (L x B x H)..........................82 x 56 x 81 mm
Gewicht .................................................125 g
Lengte laadkabel ..................................180 cm
Geschikte accu’s
Accutype ...............................................loodgel, loodzuur, loodvlies
Accuspanning .......................................2 V / 6 V / 12 V
Accucapaciteit ......................................max. 12 Ah
