Gebruik voor de reiniging van het apparaat, het display en de meetkabels een schone, pluisvrije,
antistatische en enigszins vochtige doek. Laat het apparaat compleet drogen voordat u het voor
de volgende meting gebruikt.
c) Plaatsen en vervangen van de batterij
Voor de werking van het apparaat is een 9V-blokbatterij (bijv. 1604A) nodig. Bij de eerste in-
bedrijfname of wanneer de batterijniveau-indicator slechts één of geen balk toont, moet een
nieuwe en volle batterij worden geplaatst.
De volgende symbolen zijn mogelijk:
Vier balkjes: de batterij is vol.
Drie balkjes: de batterij is voor 75% vol
Twee balkjes: de batterij is voor 50% vol
Eén balkje: de batterij heeft slechts een resterende capaciteit van ong.
20%. Een nieuwe batterij moet worden verwisseld en onmiddellijk worden
vervangen.
De batterij is leeg en moet onmiddellijk worden vervangen. De nauwkeu-
righeid van het apparaat is niet langer gegarandeerd.
Ga als volgt te werk om de batterijen te plaatsen of te vervangen:
• Koppel het apparaat en de aangesloten meetleidingen
los van alle meetcircuits. Verwijder alle meetsnoeren van
uw apparaat en schakel het uit.
• Draai de schroef aan de achterkant van het deksel van
het batterijvak (in het midden van de achterkant van het
apparaat) los en verwijder het deksel van het batterijvak
van het apparaat.
• Vervang de verbruikte batterij door een nieuwe van
hetzelfde type. Verbind de nieuwe batterij met de juiste
polariteit met de batterijclip. Let op de polariteit. Clip en
batterij passen alleen samen met de juiste polariteit.
• Plaats de batterij in het batterijvak en zorg ervoor dat er geen kabels bekneld raken. Sluit
de behuizing weer zorgvuldig.
107