6
4. Bedienungselemente
24
1
2
3
4
5
6
7
1 Positive Batterieklemmen
2 „2/4“ Wahlschalter
3 Negative Batterieklemmen für Micro-Akkus
4 Negative Batterieklemmen für Mignon-Akkus
5 Ladezustands-LED (Leuchtdiode)
6 Entlade-Taste
7 Netzstecker
31
5. Bediening
Laad met dit apparaat alleen nikkelmetaalhydride (NiMH) of nikkelcadmium (NiCd)
accu’s op. Laad nooit gewone batterijen op. Gebruik het apparaat niet voor het laden
van oplaadbare alkali-batterijen (RAM).
Zorg dat de laadcontacten of batterijen niet worden kortgesloten.
Het is normaal dat de batterijen warm worden tijdens het laden. Ga voorzichtig om
met zojuist geladen batterijen.
Laad alleen oplaadbare batterijen die geschikt zijn voor een laadstroom van 500 mA
(mignon) of 250 mA (micro).
A) Voeding
Steek het laadapparaat in een 100-240 V wandcontactdoos.
De LED (5) knippert eenmaal rood.
B) Laden van batterijen
Leg oplaadbare batterijen met dezelfde capaciteit en van hetzelfde type paarsgewijs in het
-
laadapparaat.
Stel het apparaat met de “2/4” keuzeschakelaar (2) in voor het laden van twee of vier oplaadbare
-
batterijen. Maak gebruik van de twee linker schachten van het laadapparaat voor het laden van
slechts twee oplaadbare batterijen.
Let op de juiste polariteit, dat wil zeggen verbind de pluspool van de oplaadbare
batterijen met de positieve batterijklemmen (1) en de minpool van de oplaadbare
batterijen met de negatieve batterijklemmen (3 of 4) (“+” = positief; “–” = negatief).
Er mogen alleen twee of vier oplaadbare batterijen in het laadapparaat worden gelegd.
Bij het plaatsen van één of drie oplaadbare batterijen zal het laden niet starten.
Na het plaatsen van de oplaadbare batterijen voert het laadapparaat een automatische batterijtest
-
uit. Is een oplaadbaar batterijpaar door de UFC-1S niet meer te laden, of zijn er per ongeluk
normale batterijen geplaatst, dan knippert de laadtoestand-LED (5) rood. Haal de defecte
oplaadbare batterij(en) uit de UFC-1S en voer deze af volgens de wettelijke voorschriften.
Als de oplaadbare batterijen in orde zijn, schakelt het laadapparaat automatisch naar de snellaadmodus.
-
Dit wordt aangegeven door het continu rood oplichten van de laadtoestand-LED (5).
Nadat de oplaadbare batterijen zijn geladen, schakelt het laadapparaat het betreffende batterijpaar
-
automatisch over naar cyclische onderhoudslading. Dit wordt door groen oplichten van de
laadtoestand-LED (5) aangegeven.
De geladen batterijen kunnen nu uit de UFC-1S worden genomen en worden gebruikt.
-
De geladen batterijen hoeven echter na beëindiging van de laadcyclus (groen
oplichten van de laadtoestand-LED (5)) niet uit het laadapparaat te worden genomen.
De Minus-Delta-U-uitschakeling en de cyclus voor onderhoudslading/druppellading
(trickle) voorkomen het overladen van de oplaadbare batterijen!
