• Zorg voor voldoende ventilatie van het product. De netvoedingsadapter en de
powerbank dienen zodanig geplaatst te worden, dat de lucht kan circuleren. Dek
de netvoedingsadapter en de powerbank nooit af.
• Let bij het gebruik van het product erop dat de kabels niet gebogen of platgedrukt
worden.
• Plaats het apparaat altijd zodanig dat het niet kan omvallen of naar beneden kan
vallen.
• Gebruik het product nooit direct nadat u het van een koude naar een warme ruimte
heeft gebracht. Het condenswater dat daarbij ontstaat kan het product onder be-
paalde omstandigheden beschadigen. Bovendien bestaat er bij de netvoedings-
adapter levensgevaar door een elektrische schok!
Laat het product eerst op kamertemperatuur komen voordat u het aansluit en
gebruikt. Dit kan naar omstandigheden meerdere uren duren.
• Het werken in de nabijheid van loodzuuraccu‘s (autoaccu‘s) is gevaarlijk! Accu‘s
kunnen explosieve gassen ontwikkelen tijdens gebruik, tijdens het laden en tijdens
de starthulp! Draag altijd geschikte werkkleding, beschermende handschoenen en
een veiligheidsbril, wanneer u werkzaamheden verricht aan de accu.
• In de nabijheid van accu‘s is het verboden om te roken, of om open vuur te gebru-
iken. Vermijd absoluut vonkvorming en rond vliegende vonken.
• Sluit de poolklemmen van de aansluitkabels met krokodillenklemmen nooit kort.
• Draag tijdens de werkzaamheden geen persoonlijke metaalachtige voorwerpen
zoals ringen, horloges, kettingen, enz. Deze voorwerpen kunnen tot onbedoelde
kortsluitingen leiden.
• Raadpleeg de aanwijzingen van de accuproducent en de autofabrikant. U vindt
deze aanwijzingen in de betreffende meegeleverde documenten, of in het boord-
boek van uw auto.
d) Aanwijzingen voor accu‘s
• De accu is vast ingebouwd in de behuizing van de powerbank en kan niet worden
verwisseld.
• Werp het product nooit in het vuur. Er bestaat brand- en explosiegevaar door de
accu!
• De powerbank wordt gedeeltelijk geladen geleverd. Laad hem voor de eerste in-
gebruikname met de netvoedingsadapter ca. 4,5 uur op, tot alle LED’s van de
laadniveauindicatie permanent branden. Laad de powerbank na elk gebruik volle-
dig op.
• Laad de accu van de powerbank regelmatig op, ook als het apparaat niet wordt
gebruikt (ongeveer om de 3 maanden). Anders kan er een diepe ontlading van de
accu plaatsvinden, waardoor deze blijvend onbruikbaar wordt.
• Door de toegepaste accutechnologie is het bij het oplaadproces niet nodig om de
batterij eerst te ontladen.
• Lekkende of beschadigde accu‘s kunnen bij contact met de huid verwondingen
veroorzaken. Draag daarom hierbij beschermende handschoenen.
• Uit accu‘s lekkende vloeistoffen zijn chemisch uiterst agressief. Voorwerpen of
oppervlakken die hiermee in aanraking komen, kunnen gedeeltelijk ernstig wor-
den beschadigd.
Onderdelen en bedieningselementen
1
2
3
4
5
6
7
8
1 Functietoets
2 Indicator laadniveau
3 LED-lamp
4 Luchtreiniger
5 Laadaansluiting
6 USB-aansluiting
7 USB-C™-aansluiting
8 Laadkabelaansluiting
Laden van de powerbank
• De powerbank moet zijn uitgeschakeld. Er mag geen LED branden en er mogen geen appa-
raten op de powerbank zijn aangesloten.
• Verbind de laagspanningsstekker van de netvoedingsadapter of van de sigarettenaansteker-
laadkabel met de laadaansluiting (5).
• Steek de netvoedingsadapter in een wandcontactdoos of verbind de stekker van de laadka-
bel van de sigarettenaansteker met de sigarettenaansteker van uw auto.
Bij veel auto‘s moet de auto op contact staan, zodat de sigarettenaanstekker van
stroom wordt voorzien.
Bij het laden via de sigarettenaansteker moet de motor zijn gestart.
• De laadniveauindicator (2) knippert en geeft het actuele laadniveau van de interne accu weer
(zie de tabel onder “Gebruik van de powerbank/Algemene bediening”).
• Wanneer alle LED’s van de laadniveauindicator (2) continu branden, is de accu volledig
geladen. De laadtijd bedraagt ,afhankelijk van de restlading van de ingebouwde accu, ma-
ximaal 4,5 uur.
Gebruik van de powerbank
a) Algemene bediening
Het apparaat heeft een intelligente uitschakelfunctie. Als er geen gebruik van wordt
gemaakt, schakelt het automatisch uit.
• Druk op de functietoets (1) om de powerbank aan te zetten.
1x kort drukken
inschakelen van de laadniveauindicator (2)
Na enkele seconden schakelt de laadniveauindicator (2) automatisch uit.
Laadniveauindicator in normaal bedrijf:
Indicator laadniveau (2)
Laadniveau accu
4 LED’s branden
75 - 100%
3 LED’s branden
50 - 75%
2 LED’s branden
25 - 50%
1 LED brandt
10 - 25%
LED’s branden niet
0%
Laadniveauindicator tijdens het laden:
Indicator laadniveau (2)
Laadniveau accu
1 LED knippert
0 - 25%
2 LED’s knipperen
25 - 50%
3 LED’s knipperen
50 - 75%
4 LED’s knipperen
75 - 100%
Alle 4 LED’s branden continu
Accu volledig geladen
b) Werking van het ingebouwde LED-lampje
• Druk 2x kort op de functietoets (1), om het ingebouwde LED-lampje (3) te activeren.
• Bij ingeschakeld LED-lampje (3) kunt u door meerdere keren op de functietoets (1) te druk-
ken, de verschillende functies van het LED-lampje (3) selecteren:
continu licht
knipperlicht
SOS-signaal
licht uit
c) Gebruik van de luchtreiniger
• Druk langere tijd op de functietoets (1), om de geïntegreerde luchtreiniger (4) aan- of uit te
schakelen.
• De werking van de luchtreiniger wordt aangegeven door een groene LED.
d) Werking/laden van USB-apparatuur
De beide USB-aansluitingen (6 en 7) hebben een uitgangsspanning van 5 V/DC en bieden een
belastbaarheid van 4,6 A (totale belastbaarheid, verdeeld over beide uitgangen).
• Schakel de aan te sluiten apparatuur uit, voordat u ze met de powerbank verbindt.
• Verbind de USB-aansluiting van de aan te sluiten apparatuur met de USB-aansluiting (6)
van de powerbank.
• Wanneer u een apparaat wilt aansluiten op de USB-C™-interface, verbind het dan met de
USB-C™-aansluiting (7).
• Druk kort op de functietoets (1) , om het apparaat in te schakelen.
• Schakel uw USB-apparaat in, indien noodzakelijk.
• Koppel het te laden apparaat na het laden weer los. De powerbank schakelt na enkele se-
conden automatisch uit.
e) Starthulp
De powerbank moet, om als starthulp te kunnen worden gebruikt, altijd volledig
geladen zijn, om een zo groot mogelijke starthulpcapaciteit beschikbaar te stellen.
Gebruik de powerbank nooit als starthulp, wanneer op de laadniveauindicator (2)
minder dan 3 LED’s branden.
De starthulpfunctie schakelt na ongeveer drie minuten automatisch weer uit.
• Schakel het contact en alle verbruikers van de auto uit.