NEDERLANDS
NL
13
Een succesvol trainingsprogramma bestaat uit een warming-up, de
training zelf en een cooling down. Voer de hele training minstens twee,
maar bij voorkeur drie keer per week uit en houdt één dag rust tussen
de trainingen. Na enkele maanden kan de trainingsintensiteit worden
verhoogd tot bijvoorbeeld vier of vijf keer per week.
Warming-up
Het doel van een warming-up is dat het lichaam voorbereid wordt op
een training en het verminderd de kans op blessures. Warm het lichaam
op in twee tot vijf minuten voordat er met een cardio- of krachttraining
begonnen wordt. Doe oefeningen die de hartslag verhogen en de
werkende spieren opwarmen. Voorbeelden van dit soort activiteiten
zijn: vlot lopen, joggen, jumping jacks, touwtje springen en rennen op
de plaats.
Stretchen
Stretchen terwijl spieren warm zijn, is zeer belangrijk na een goede
warming-up en cooling-down. Het vermindert de kans op blessures.
Stretchoefeningen dienen gedurende 15 tot 30 seconden worden
vastgehouden. Voorbeelden van stretchoefeningen zijn:
• Toe touch (Fig. D-1)
• Inner thight stretch (Fig. D-2)
• Hamstring stretch (Fig. D-3)
• Achilles stretch (Fig. D-4)
• Side stretch (Fig. D-5)
Cooling-down
Het doel van de cooling-down is het lichaam aan het einde van de
training terug te brengen naar de (bijna) normale ruststand. Een
goede cooling-down vermindert langzaam uw hartslag en bevordert
het herstel.
Содержание VFWALP100
Страница 2: ...USER MANUAL 02 USER MANUAL FIG A FIG B...
Страница 4: ...USER MANUAL 04 USER MANUAL FIG D 1 4 5 2 3...