NL - Handleiding
11
De Veiligheidshelm heeft een uitstekende duurzaamheid en intactheid. Het
beschermend vermogen kan na verloop van tijd afnemen door slijtage en
ouderdom.
BESCHERMING
De Veiligheidshelm moet goed passen om effectief te kunnen zijn. Bij een goe-
de pasvorm zal de helm niet heen en weer of van links naar rechts bewegen
terwijl hij vastgemaakt is.
Deze helm wordt gemaakt in 2 maten: M & L. Maat M is geschikt voor hoofden
met een omtrek van 55-58cm en maat L voor hoofden met een omtrek van
58-61cm. Probeer verschillende maten en kies de maat die het best past. De
helmmaat kan worden aangepast met de verstelring aan de achterkant van
de helm. Als de helm nog steeds niet goed past, probeer dan de andere maat
helm.
PASVORM
De veiligheidshelm gebruikt een snelsluiting die eenvoudig bevestigd en los-
gemaakt kan worden zonder de afstelling te veranderen. De riempjes moeten
goed en gelijkmatig gespannen zijn. Plaats de helm stevig op je hoofd en maak
de gesp vast. Merk op welk bandje los zit. Trek het losse bandje aan nadat je
de helm hebt afgezet. Om het kinriempje strakker te maken, houd je met een
hand de gesp vast. Trek dan het overschot van het bandje erdoor. (Zie diagram
A)
Om het achterste bandje vast te maken, trek je het overschot van de ach-
terkant van bandje 2 af. Houd de helm met één hand hand vast. Houd met
de andere hand het bandje vast op de plek waar het onder je kin doorloopt.
Trek vervolgens van links naar rechts om de lengte van alle vier de bandjes in
evenwicht te brengen. (Zie schema B)
De helm moet stevig en recht op je hoofd zitten. (Zie Diagram C)
Om de voorkant van de helm te laten zakken zodat deze je voorhoofd bedekt,
trek je het kinriempje aan en maak je het achterste riempje los. Om de voor-
kant hoger te plaatsen, maak je de kinband los en span je de achterste bandje
aan. Om te controleren of de spanning goed is, zet je de helm op en maak je de
gesp vast. Open je mond.
BEVESTIGINGSSYSTEEM