Viessmann NK-70, Руководство пользователя

Страница: 43 / 76

Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
NEDERLANDS 43
43
Alarmen en opsporen van defecten
ALARMEN
In geval van defect of van een signalering knippert het display en geeft de
aard van het voorval weer. Indien de sonde defect is gaat ook de
akoestische buzzer af.
Door op de toets te drukken legt men de buzzer stil en als het
alarm wijkt, verdwijnt de weergave op het scherm; Ieder voorval wordt
altijd geregistreerd.
Op het scherm “Service” kan de technische dienst via een password alle
voorgevallen alarmen opvragen met aanduiding van datum en uur.
TYPE ALARM
Mogelijke oorzaak
Interventie
Sonde Chambre (ALL Sonde Cel)
Het alarm verschijnt als de sonde van de cel kapot is.
In dit geval werkt het apparaat volgens het vooraf ingestelde werkpercentage. Het
scherm blijft actief tot het defect hersteld is.
De technische dienst opbellen.
High Temp. Cell (Hoge Temp Cel)
Het alarm verschijnt als de celtemperatuur hoger is dan de ingestelde Setpoint waarde,
en enkel nadat het opstartuitstel van de kaart en van het prealarm vervallen is
De technische dienst opbellen.
Low Temp. Cell (Lage Temp Cel)
Het alarm verschijnt als de celtemperatuur lager wordt in verhouding tot de ingestelde
set, en enkel nadat het opstartuitstel van de kaart en van het prealarm vervallen is.
Evap Probe (ALL Sonde Verdamp)
Het alarm verschijnt als de sonde verdamper kapot is. In dit geval worden enkel de
tijdinstelling-ontdooien uitgevoerd, terwijl het ‘intelligent’ ontdooien uitgesloten wordt.
Het scherm blijft actief tot het defect hersteld is.
De technische dienst opbellen.
Low T Evap (
ALL Lage T Verdamp)
Het alarm verschijnt als de temperatuur met gesloten deur daalt onder de
ingestelde set. Dit kan voorvallen door blokkering van de celventilator, of door
een sterke aanwezigheid van ijs in de verdamper.
De technische dienst opbellen.
Cond Probe (ALL Sonde Cond)
Het alarm verschijnt als de sonde condensator kapot is. In dit geval werkt de
ventilator condensator parallel met de compressor, ook in geval van lage
temperatuur. Het scherm blijft actief tot het defect hersteld is.
De technische dienst opbellen.
High T Cond (ALL Hoge T Cond)
Het alarm verschijnt als de temperatuur de ingestelde SetPoint limieten overschrijdt. Dit
kan gebeuren door blokkering van de ventilator of door een hoge omgevingstempe-
ratuur. De verdamper ventilatoren en de compressor worden automatisch uitgezet.
De technische dienst opbellen.
Cond Dirty (ALL Cond Vuil)
Het alarm verschijnt wanneer de temperatuur van de condensator hoger is in
vergelijking met de normale werkingsomstandigheden gedurende 2 opeenvolgende
cycli. Dit komt voor wanneer de condensatorfilters niet gereinigd worden maar kan
ook voorkomen door een verhoging van de omgevingstemperatuur.
DE CONDENSATOR REINIGEN /HET LOKAAL VERLUCHTEN.
ALS HET ALARM AANHOUDT DE TECHNISCHE DIENST OPBELLEN.
Door Open (ALL Deur Open)
Het alarm verschijnt als de deur meer dan 4 minuten open blijft. De buzzer gaat af.
Het alarm wijkt automatisch bij het sluiten van de deur en wordt niet geregistreerd,
zoals alle andere alarmen, maar wordt gesignaleerd in het Menu Service 4.
High Press (ALL Hoge Druk)
Het alarm verschijnt als de druk boven de vastgelegde niveaus stijgt. Als een
drukregelaar voorzien is, remt dergelijk alarm de uitgangen relais compressor, de
relais condensator, de toegang wordt geforceerd. De buzzer gaat af.
Use Compres (ALL Gebruik Compres)
Het alarm verschijnt wanneer de compressor het ingestelde dagelijkse
maximum werkpercentage overschrijdt. De buzzer gaat af.
Time Out Def (ALL TimeOut Def)
Het alarm verschijnt als de verdamper er niet in slaagde zich te reinigen binnen de
maximum voorziene tijd. Dit kan zich bv. voordoen als de deur onbedoeld voor een
redelijk lange periode opengebleven is of als de ontdooiweerstanden defect zijn.
EEN MANUEEL ONTDOOIEN UITVOEREN.
INDIEN HET PROBLEEM AANHOUDT DE TECHNISCHE DIENST OPBELLEN.
Set Clock (Instellen Uurwerk)
Het alarm verschijnt als het apparaat een lange periode zonder stroom is gebleven.
Men moet het uur en de datum instellen. De bufferbatterij laadt weer op in de loop van
3-4 dagen. Indien na deze periode het alarm aanhoudt …
… de technische dienst opbellen.
Use Comp. (Gebruik Comp. Service opbellen)
Het alarm verschijnt als de werking van de compressor 90% van de gebruikstijd van
het apparaat. Dit kan voorvallen indien bijvoorbeeld de efficiëntie van het systeem
verminderd is of door slechte werkings-omstandigheden. MEN KAN HET BERICHT
ENKEL WISSEN DOOR DE KAART UIT TE ZETTEN/TE HERSTARTEN.
De technische dienst opbellen.
DEFECTEN
In geval van een slechte werking van het toestel, dient men de volgende
lijst te controleren om te zien of het mogelijk is om een goede werking te
bekomen zonder interventie van de assistentie; onder dien verstande dat
de vermeldingen niet volledig de casuïstiek van de mogelijkheden dekken.
De interventie van een veiligheidsvoorziening geeft een
afwijkende werking aan; controleer vooraleer te herstarten
en neem de oorzaak weg.
Wendt u tot de technische assistentie indien het probleen niet
verdwijnt en vermeld de aard van het defect, de code en het
registratienummer van het apparaat. Deze gegevens zijn terug te
vinden op het technische label binnenin het apparaat.
PROBLEEM
Mogelijke oorzaak
Interventie
1 HET APPARAAT START NIET
1.1 Het apparaat is niet correct aangesloten op de voeding
Controleer of de stekker correct is ingebracht in het stopcontact
2 DE COMPRESSOR STOPT ZELDEN
2.1 De temperatuur van het lokaal is te hoog
Zorg voor voldoende verluchting van het lokaal
2.2 De condensator van de koelkast is vuil
Controleer en reinig zorgvuldig en regelmatig.
2.3 De hoeveelheid koelmiddel is laag
Wendt u tot een bevoegd assistentiecentrum om om een eventueel
lek op te sporen, om dit lek te laten herstellen en bij te vullen
2.4 De dichtingen van de deur/en zijn weinig efficiënt
Indien de werking niet hersteld kan worden, wendt u tot een
bevoegd assistentiecentrum voor een eventuele vervanging
2.5 De verdamper verstopt
Plaats geen warme levensmiddelen of gerechten met veel water in
het apparaat, indien nodig manueel ontdooien
2.6 De motorventilator werkt niet correct
Wendt u tot een bevoegd assistentiecentrum om eventueel te laten vervangen
3 HET OPVANGBAKJE VOOR ZELFVERDAMPING LOOPT OVER
3.1 Frequent inbrengen van warme levensmiddelen en gerechten met
veel water
Plaats geen warme levensmiddelen of gerechten met veel water in
het apparaat
3.2 Te vaak openen van deuren en/of schuiven
Wees aandachtig bij de gebruiksomstandigheden van het toestel
4 TEMPERATUUR VAN DE CEL IS ONVOLDOENDE
4.1 De condensator van de koelkast is vuil
Controleer en reinig zorgvuldig en regelmatig.
4.2 Te weinig verluchting van de zone palend aan de technische ruimte
Neem eventuele obstructies weg
4.3 Toevoer van warme lucht in de cel
Controleer of de deur goed sluit en of de dichting wel wekrt. Indien het
niet mogelijk is om de geode werking te herstellen, wendt u tot een
bevoegd assistentiecentrum voor een eventuele vervanging en afstelling
4.4 De verdamper is verstopt
Voer een manueel ontdooien uit