
6
090123.01
Gecombineerde acculader / accuscheider BCS1225, BCS1245, BCS2425, BCS2445
De toe te passen netzekering moet uit onderstaande tabel
gehaald worden:
Er kunnen gL smeltzekeringen gebruikt worden of veiligheids-
automaten met B- of C-karakteristiek.
Om aan de CE richtlijnen te voldoen verdient het aan-
beveling het laadapparaat te aarden.
Waarschuwing!
Het aarden van 230 Volt electrische apparaten aan boord van
een schip dat niet via een walaansluiting verbonden is met een
tegen aardlek beveiligd walstopcontact is alleen zinvol als er op
het schip een aardlekbeveiliging of gestel-isolatiebeveiligings-
installatie aanwezig is (zwevend net).
Raadpleeg hiervoor uw installateur.
Tevens zijn hier de locale voorschriften van belang die per land
verschillen en ook de toepassing kan daarbij van belang zijn
(voor beroepsvaart en in het bijzonder passagierschepen gel-
den vaak speciale regels).
VETUS kan geen verantwoordelijkheid aanvaarden voor het
toepassen van het laadapparaat in strijd met de plaatselijke
voorschriften.
5 Bediening
Na het aansluiten van de accu wordt het laden automatisch
gestart en zal de ‘ON’ LED gaan branden om dit aan te geven.
De acculader van het VETUS laadapparaat heeft een laadkarak-
teristiek die men kan aanduiden als IUoU-float.
BOOST-FASE
De acculader begint de accu te laden met de maximale laad-
stroom.
Instelling stroombegrenzing, in het geval een afstandsbedie-
ningspaneel is aangesloten.
Zodra de gasspanning van de accu is bereikt (Zie ‘7 Technische
gegevens’, laadspanning, Boost), zal de laadspanning niet ver-
der toenemen en de stroom geleidelijk afnemen.
FLOAT-FASE
Als de laadstroom is gedaald tot ca. 10% van de maximale laad-
stroom, wordt de laadspanning verlaagd, tot de Floatspanning
(Zie ‘7 Technische gegevens’, laadspanning, Float), dit beperkt
het waterverbruik van de accu’s.
5.1
Beveiligingen
Het laadapparaat schakelt zichzelf uit bij een van de volgende
storingen en schakelt zichzelf ook weer in als de storing is
opgeheven:
- Te lage, of te hoge, netspanning
- Kortsluiting van de uitgang
- Te hoge accuspanning
- Te hoge temperatuur van het laadapparaat
Bij verkeerd om aansluiten van plus en min van de accu zal de
laadstroomzekering doorbranden.
5.2
LED indicators
De acculader is voorzien van de volgende LED indicators:
LED
Functie
‘ON’
Knipperend:
Kortsluiting van de uitgang
Aan:
Lader in bedrijf.
‘BOOST’
Uit:
Laadfase ‘FLOAT’.
Aan:
Laadfase ‘BOOST’
‘TEMP’
Uit:
OK.
Aan:
Te hoge temperatuur van de
acculader
‘BATT’
Uit:
OK.
Aan:
Te hoge accuspanning
‘FUSE’
Uit:
OK.
Aan:
Laadstroomzekering defect
‘CHARGING’
Uit:
Accu’s worden niet geladen.
Aan:
Accu’s worden geladen door
dynamo of acculader.
Net
Uit:
Geen netspanning.
(115 V / 230 V)
Aan:
OK.
‘REVERSE
POLARITY’
Uit:
OK.
Aan:
Plus en min accuaansluiting
verkeerd om aangesloten.
Type acculader
Instelbereik
BCS1225
15 A - 25 A
BCS1245
27 A - 45 A
BCS2425
15 A - 25 A
BCS2445
27 A - 45 A
Type acculader
Netzekering
BCS1225
6 A
BCS1245
10 A
BCS2425
16 A
BCS2445
16 A (2x)