One
2022-09
Uw scooter gebruiken
13
NL
3.5.3 De armsteunen aanpassen
Kantelgevaar
•
Zorg ervoor dat de armsteunen symmetrisch aan de zit geplaatst worden.
De armsteun kan in breedte aangepast worden.
1. Verwijder de sterknop aan de onderzijde van de zit.
2. Neem de binnenste buis vast.
3. Beweeg deze buis om de armsteun in de gewenste
breedte te plaatsen (bereik: 100 mm aan elke kant).
4. Draai de sterknop handvast aan.
5. Controleer of de armsteun terug goed is vastgemaakt.
3.6 De batterijen opladen
Gevaar voor letsel of beschadiging door brand
•
Gebruik enkel de batterijlader die geleverd werd bij uw scooter. Het gebruiken van een andere
lader kan gevaarlijk zijn (brandgevaar).
•
De lader is enkel bedoeld om de batterijen op te laden die geleverd werden bij uw scooter,
geen andere batterijen.
•
Maak geen aanpassingen aan de geleverde onderdelen, bijv. kabels, stekkers of de
batterijlader. Open of vervang nooit de batterij of de aansluitpunten.
•
Bescherm de batterij en batterijlader tegen vlammen, hoge en lage temperaturen (zie
hoofdstuk 6), vochtigheid, zon, hevige schokken (bijvoorbeeld vallen). Gebruik de batterij NIET
als ze is blootgesteld aan een van de voornoemde omstandigheden.
•
Laad de batterij op met de geleverde lader, binnenshuis, in een goed geventileerde ruimte,
buiten het bereik van kinderen.
Gevaar voor beschadiging
•
Automatische ontlading van de batterij en de ruststroom van de verbonden gebruikers zullen
de batterij langzaam ontladen. De batterij kan onherstelbaar beschadigd raken indien ze
volledig ontladen wordt. Zorg er daarom steeds voor dat de batterij tijdig wordt opgeladen:
o
Bij intensief gebruik (lange afstanden, dagelijks gebruik): Onmiddellijk laden na gebruik.
o
Bij gemiddeld gebruik (korte afstanden, dagelijks of enkele malen per week): Laden
wanneer de batterij-indicatie 50% ontlading aangeeft.
o
Bij laag gebruik of opslag: éénmaal per week laden.
•
Lees de instructies voor bewaring en onderhoud in hoofdstuk 4 en de
technische details in hoofdstuk 6.
•
Koppel de batterijlader pas los wanneer de batterij volledig werd
opgeladen, zie volgende symbolen op de lader.
•
Laad batterijen niet op onder 0°. Verplaats de batterij naar een warmere
plaats en begin het opladen.
•
Houd het aansluitpunt voor de batterijlader vrij van stof of vuil.
•
In geval van problemen waardoor de batterij niet opgeladen kan worden volgens de
gebruiksaanwijzing van de lader, neem dan contact op met uw vakhandelaar.
•
We raden aan om de batterijlader los te koppelen van het sstopcontact wanneer deze
een tijdje niet gebruikt wordt. Zo voorkomt u onnodige energieconsumptie.
De LED-lampjes in de stuureenheid geven de resterende capaciteit van de batterijen weer. Als
de bate
rijlader is ingeschakeld en er geen LED’s branden, controleert u de zekering. Indien de
rode LED niet brandt, is de lader defect. Contacteer in dit geval uw vakhandelaar.
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Содержание One
Страница 4: ...This page is intentionally left blank ...
Страница 86: ......