45
INSTALLATIE
Monteer de unit, rekening houdend met de locatie van de te ventileren ruimtes, de positie van de afblaas,
en de elektrische voorzieningen. Zorg voor voldoende ruimte voor installatie en onderhoud. De unit kan
zowel horizontaal als verticaal worden geïnstalleerd. Hij kan worden geplaatst op de vloer, de muur of aan
het plafond.
Een condensafvoer is niet per se nodig als de unit is geplaatst in een verwarmde ruimte van de woning.
Bepaal eventueel of een condensafvoer nuttig is als de unit op een koude ruimte wordt geplaatst. De unit
en de kanalen worden bij voorkeur aan afblaaszijde geïsoleerd om condensatie te vermijden.
Volg de onderstaande richtlijnen om de drukverliezen in uw kanalensysteem te verlagen en dus om een
toename van de snelheid, het stroomverbruik en het geluid van de ventilator te vermijden:
1.13. Houd de kanalen zo kort mogelijk. Dit geldt vooral voor de het afblaaskanaal.
1.14. Mocht u flexibele kanalen gebruiken, zorg er dan voor dat ze volledig zijn uitgestrekt en niet
worden afgekneld, doorzakken of gescheurd zijn.
1.15. Probeer om drukverliezen tot een minimum te beperken door een ontwerp met lage
snelheden in de luchtkanalen en gebruik afvoerventielen met een gering drukverlies voor de
aansluiting met de ruimtes.
1.16. De buigradius (gemeten aan de binnenkant van de bocht) moet minstens 1x de
kanaaldiameter zijn.
1.17. Vermijd bochten, filters of andere hindernissen binnen een afstand van 250 mm aan de
aanzuig en afvoer van de ventilator.
1.18. Stel de afvoerventielen voor een minimaal drukverlies in op de maximaal geopende stand.
Bevestig de unit stevig met behulp van de montageopeningen op de behuizing en gebruik daarbij
bevestigingsmateriaal dat geschikt is voor de montage-ondergrond. Trillingsdemping en akoestische
demping worden aangeraden.
Het bevestigingsmateriaal (niet meegeleverd) moet 4 x het gewicht van de unit kunnen dragen. Gewicht
van de unit: 4,1kg
Om de IP-beschermingsgraad (IPx2) van de unit te behouden, moet de unit zodanig worden
gemonteerd dat de sleuven bestemd voor de verwijdering van het voorpaneel NIET bovenaan zitten
of zichtbaar zijn van bovenaf.
Alle andere posities zijn toegestaan. Monteer de unit niet met de afvoerkanalen omlaag.
Zie onderstaand de afmetingen voor bevestiging van de unit.
De kanaalaansluitingen hebben een diameter van 125 mm. Extra adapters voor het afblaaskanaal van 125
– 150 mm zijn verkrijgbaar.
Sleuven voor de
verwijdering van de
kap;
Afbeelding 4
Afbeelding 5
Содержание 1003000074
Страница 6: ...6 Figure 5 Figure 6...
Страница 26: ...26 Figure 7...
Страница 36: ...36 Batterie Commutateur vitesse 4 voies 230 V...