
CAMCOLD11
00 (12/11/2008)
7
Velleman
®
•
Om veiligheidsredenen mag de gebruiker geen wijzigingen aanbrengen aan
het toestel.
•
Gebruik het toestel enkel waarvoor het gemaakt is. Bij onoordeelkundig
gebruik vervalt de garantie.
4.
Eigenschappen
•
robuuste IR-camera
•
manuele varifocallens
5.
Omschrijving
Raadpleeg de figuur op pagina 2 van deze handleiding.
A
sensor
F
lensbehuizing
B
IR-leds
G
ring
C
varifocallens
H
bevestigingsring
D
manuele zoom
I
montageplaat
E
manuele brandpuntsafstand
J
inbusschroef
6.
Installatie
•
Kies een geschikte montageplaats en houd rekening met volgende punten:
•
Installeer de camera nooit in een ruimte met veel temperatuur-
schommelingen, vochtigheid, damp, stof of trillingen.
•
Houd de camera weg van elektromagnetische velden.
•
Richt de camera niet naar de zon of lichtweerkaatsende objecten toe.
•
Schroef de inbusschroef
[J]
los met behulp van een inbussleutel.
•
Houd de montageplaat
[I]
vast en schroef de bevestigingsring
[H]
los. De
lensbehuizing
[F]
en de ring
[G]
komen vrij.
•
Bepaal de montagegaten aan de hand van de montageplaat
[I]
.
•
Haal de voeding- en videokabel door een van de kabelgleuven en bevestig
de montageplaat
[I]
aan het plafond of de muur met behulp van de
meegeleverde schroeven.
•
Plaats nu de lensbehuizing
[F]
in de ring
[G]
en plaats dit geheel in de
bevestigingsring
[H]
. Schroef de bevestigingsring
[H]
op de montageplaat
[I]
zonder de inbusschroef
[J]
vast te schroeven.
•
Sluit de videokabel
[1]
aan een monitor (niet meegelev.) of een aan splitter
(niet meegelev.) indien u verscheidene camera’s wenst te gebruiken.
•
Sluit de voedingskabel
[2]
aan een voeding van 12 VDC (niet meegelev.).
•
Regel de zoom via schroef
[D]
(schroef rechts ten opzichte van sensor
[A]
)
en het brandpunt via schroef
[E]
(schroef links ten opzichte van sensor
[A]
).
•
Regel waarnemingsveld, zoom en brandpunt, en schroef de inbusschroef
[J]
aan de montageplaat
[I]
vast.