VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
UV-C straling is gevaarlijk! Vermijd blootstelling aan ogen en huid te allen tijde.
Controleer de werking van de lamp alleen via de transparante schroefdop. Verkeerd
gebruik of beschadiging van het apparaat kan leiden tot blootstelling aan schadelijke
UV-C straling. Als onverhoopt het apparaat of de kabel beschadigd raakt, de UV-C unit
niet meer gebruiken. Installeer de spatwaterdichte unit altijd in het speciale com-
partiment van het filter, op de plaats van de schroefdop. Verzekert u zich ervan dat
kinderen er niet bij kunnen. Plaats de ballast op een tegen zon en regen beschutte
plek. Gebruik uitsluitend geaarde buitencontactdozen met afsluitende klep. Vermijd
vocht bij stekker en contactdoos. Zorg voor een deugdelijke geaarde aansluiting op
het stroomnet en maak gebruik van een aardlekschakelaar niet meer dan 30 mA.
Indien de doorstroming van het water stagneert, bijv. door verstopping, een defecte
pomp of tijdens onderhoud, dient de UV-C lamp direct te worden uitgeschakeld.
DE STANDENKRAAN
Attentie: Om schade aan het deksel te voorkomen mag de kraan niet als handvat
worden gebruikt bij het verplaatsen van het filter. Om lekkage aan het kraanme-
chanisme te voorkomen, dient de pomp te worden stopgezet bij het instellen van de
standenkraan. Bij het gebruik van de kraan eerst de hendel naar beneden drukken.
Daarna kan het in de juiste stand geplaatst worden. Stand 2 niet gebruiken bij vijvers.
Met de standenkraan (7) zijn de volgende stroomrichtingen mogelijk:
l
Stand 1:
filterspoelstand
. Deze stand wordt gebruikt om het vuil onderin het
filter weg te spoelen. Dit kan nodig zijn indien grove vuildeeltjes zich onder het
rooster hebben opgehoopt, waardoor de capaciteit terugloopt (zie vuilindicator).
Het water stroomt nu van boven naar onderen, waardoor het vuil wordt wegge-
spoeld. Verwijder hiervoor de afsluitdop (1). Bevestig daarvoor wel een slang op
de vuilwater uitlaat (C). De filtermaterialen worden hiermee niet schoongespoeld.
Die zullen handmatig schoongespoeld moeten worden.
l
Stand 2:
wordt niet gebruikt bij vijvers
.
l
Stand 3:
leegloopstand
. Deze stand wordt gebruikt om de vijver in voorkomende
gevallen leeg te pompen en het vuil in de kop weg te spoelen. Bevestig daarvoor
een slang op de vuilwater uitlaat (C).
l
Stand 4:
filtratiestand
. Het water stroomt via het voorcompartiment naar het
bodemrooster en via de filtermaterialen naar de afvoer (B).
l
Stand 5:
blokstand
. Hierbij laat het filter geen water door (zet daarbij altijd de
pomp uit). Deze stand wordt gebruikt bij het schoonmaken van de vijverpomp,
terwijl het filter vol water blijft staan. Na het schoonmaken van de pomp wordt de
kraan weer in de filtratiestand gezet.
l
Stand 6:
medicijnenstand
. Het water stroomt niet via de filtermaterialen, maar
direct terug in de vijver via afvoer (B). Het behandelde water wordt niet gefiltreerd.
Wel dient na de medicatietermijn het filtermateriaal te worden omgespoeld.
l
Stand 7:
winterstand
. In deze stand wordt het kraanmechanisme bevrijd van
druk als het filter buiten gebruik is. Deze stand wordt gebruikt bij het veilig
opbergen van het filter, bijvoorbeeld in de winter.
G