Vaisala MGP261, Инструкция по установке и безопасности

Страница: 55 / 208

Installatieoverzicht
Figuur 11 (pagina 51) toont een voorbeeld van een MGP261-kogelklepinstallatie. De afbeelding
laat de juiste bedradingsroutes zien en toont de aanbevolen installatiediepte en oriëntatie.
Gebruik altijd een afzonderlijke kabel voor de ingangsbedrading van
de optionele (Ex ia) externe druk- of temperatuursensor (1) en zorg ervoor dat
de bedrading gescheiden blijft van de aansluitingen en bedrading (2) aan de
andere kant van de metalen afscheiding (3) op de printplaat.
LET OP!
Zorg ervoor dat de installatieklep en schroefdraad geschikt zijn op
basis van de klepspecificaties. Het juiste draadtype om in de MGP261 in te
installeren is
1,5-inch NPT-binnendraad . Als een ander type draad wordt
gebruikt, kan de apparatuur beschadigd raken en de lekdichtheid van de
aansluiting in het geding komen. Controleer bij twijfel of het draadtype een 1,5-
inch NPT-schroefdraad is.
LET OP!
1
2
4
3 5
Figuur 11 Voorbeeldinstallatie van de MGP261 met bedradingsroutes en aanbevolen oriëntatie en
diepte
1 Optionele ingangsbedrading externe druk- of temperatuursensor (Ex ia): gebruik de
M16x1,5 doorgang en leid de kabel rechtstreeks naar de aansluiting.
2 Standaardbedrading voor analoge uitgang, ingang voedingseenheid en RS-485-
communicatie: gebruik de M20x1,5 doorgang en leid de kabels naar de aansluitingen door
de openingen onder de printplaat.
3 Metalen scheiding tussen de intrinsiek veilige optionele ingangsaansluitingen voor externe
sensoren en de analoge uitgang, ingang voor de voedingseenheid en RS-485-
aansluitingen op de printplaat.
4 1,5-inch NPT-buitendraad op de MGP261: installeer nooit op een ander draadtype dan
een 1,5-inch NPT-binnendraad
5 Installeer voor optimale resultaten de MGP261 horizontaal en plaats de punt van de probe
binnen 1/3 d van het midden van de pijplijn. In kleinere pijpen kan de installatiediepte
worden aangepast met behulp van een adapter (bijvoorbeeld een kogelklep).
51
NEDERLAND
S