57
Manoeuvreerhulp RH 2
Na het op gang komen, verplaatst de RH 2 zich met een gelijk-
matige snelheid. De snelheid neemt iets toe op een aflopende
resp. neemt af op een stijgende ondergrond.
Systeeminherent neemt op een helling naar beneden de snel-
heid onvermijdelijk toe.
Om de snelheid te verminderen, moet er vaker worden gestopt
(schuifregelaar in ruststand) en weer worden gestart.
Zet de schuifschakelaar van de afstandsbediening in de stand
„Uit”
om de afstandsbediening en de RH 2 uit te schakelen.
De schuifschakelaar doet ook dienst als
„noodstop”-schakelaar.
Na het manoeuvreren
eerst de handrem aantrekken
dan wel
op een andere manier voorkomen dat de caravan kan wegrol-
len en daarna de
aandrijfrollen vrijzetten van de band.
Aankoppelen aan een trekauto
Met behulp van de RH 2 is een op de millimeter nauwkeurig
aankoppelen aan de trekauto mogelijk. Dit vereist echter zorg-
vuldigheid en enige oefening.
Volgens de gebruiksaanwijzing de caravan in de buurt van de
auto brengen (handrem aantrekken en in de versnelling zet-
ten). Voor het exact positioneren van de koppeling de draaire-
gelaar en de schuifregelaar bedienen tot de koppeling van de
caravan precies boven de trekhaakkogel van de trekauto staat.
Daarna de caravan door het indraaien van het neuswiel zoals
gewoonlijk aan de trekauto koppelen.
De caravan zoals gebruikelijk voorbereiden voor de rit.
Met aangezette aandrijfrollen mag de caravan niet wor-
den getrokken.
Onderhoud
Verwijder grof vuil van de straat van de aandrijfelementen. Bij
het schoonmaken van de caravan de RH 2 met een waterslang
afspuiten om modder enz. te verwijderen. Zorg ervoor dat er
geen stenen, takken enz. vastgeklemd zitten. De besturing
is onderhoudsvrij. De afstandsbediening moet op een droge
plaats worden bewaard.
Jaarlijks (resp. vóór het overwinteren) de RH 2 reinigen zoals
hierboven beschreven.
De caravan niet met op de banden aangezette aandrijfrollen
laten staan.
Om ontlading van de accu te voorkomen, moeten bij een lan-
gere periode van stilstand de klemmen van de polen van de
accu worden losgemaakt en moet de accu tussendoor wor-
den opgeladen. Vóór ingebruikname de accu van de caravan
opladen.
U of uw caravandealer kunnen de controle resp. het onderhoud
van uw manoeuvreerhulp elk jaar heel eenvoudig bij de jaar-
lijkse inspectie van uw caravan uitvoeren. Neem in geval van
twijfel contact op met uw dealer.
Controles
– Controleer regelmatig de montage, de bedrading en de aan-
sluitingen op beschadigingen. De aandrijfeenheden moeten
vrij kunnen bewegen en bij het vrijzetten van de banden
automatisch door de terugtrekveer in de veilige ruststand
terug worden getrokken. Is dit niet het geval, controleer dan
de geleidingen van de aandrijfeenheden op vuil of corrosie
en laat ze indien nodig door geschoold technisch personeel
reinigen.
– Controleer na de jaarlijkse beurt of alle motoren correct op
de commando’s van de afstandsbediening reageren.
– Ten minste om de 2 jaar moet de RH 2 door geschoold
technisch personeel worden gecontroleerd op roest, goede
bevestiging van de onderdelen en correcte staat van alle vei-
ligheidsrelevante onderdelen.
Fouten zoeken
Controleer alvorens de servicedienst te bellen het volgende:
Zijn de batterijen in de afstandsbediening niet leeg of defect?
Is de accu in de caravan niet defect en helemaal opgeladen?
Let erop dat accu’s bij koude omgevingstemperaturen een
sterk vermogensverlies kunnen ondervinden.
Voer een reset uit door de accuklemmen korte tijd los te maken
van de polen (ca. 10 seconden).
Neem als de storing niet kan worden verholpen contact op met
uw dealer.
Elektronische besturing en draadloze
afstandsbediening op elkaar inregelen
Afstandsbediening en besturing zijn af fabriek op elkaar
ingeregeld.
Na het vervangen van de besturing of de afstandsbediening
moeten deze volgens onderstaande instructie opnieuw op el-
kaar worden ingeregeld.
Controleer de montage volgens de inbouwhandleiding en over-
tuig u ervan dat de aandrijfrollen
niet
tegen de band aangezet
zijn. Controleer de correcte aansluiting en de toestand van de
caravanaccu.
Lees de volgende aanwijzingen eerst volledig door, omdat
voor de inregeling slechts beperkte tijd ter beschikking
staat (ca. 10 seconden).
Voor het bedienen van de resetknop (k) is bijvoorbeeld
een balpen of een kleine schroevendraaier nodig.
– Schakel de afstandsbediening met de schuifschakelaar (a)
uit.
– Na het inschakelen van de besturing (bijv. met de accus-
cheidingsschakelaar) wachten (ca. 15 seconden) tot de rode
LED (j) langzaam knippert.
– Houd de resetknop (k) op de besturing ingedrukt (LED (j)
knippert sneller) tot de rode LED (j) heel snel knippert.
– Vervolgens de draairegelaar (b) helemaal naar links draaien
en vasthouden – de schuifregelaar (c) helemaal naar voren
schuiven en vasthouden en tegelijkertijd de afstandsbedie-
ning met de schuifschakelaar (a) inschakelen. Laat de draai-
regelaar (b) en schuifregelaar (c) binnen 10 seconden los.
– Na een geslaagde inregeling knippert de rode LED (j) op de
besturing heel snel en de groene LED 4 op de afstandsbe-
diening brandt continu.