15
NL
Gebruiksdoel
Draagbare, hand-bedienbare lamellenfrees met een klein zaagblad voor het zagen van
gleuven in hout, voor het creëren van houtverbindingen met het gebruik van verschillende
maten lamellen
Het uitpakken van uw gereedschap
• Pak uw toestel / gereedschap uit. Inspecteer het en zorg dat u met alle kenmerken en
functies vertrouwd raakt
• Controleer of alle onderdelen aanwezig zijn en in goede staat verkeren. Als er onderdelen
ontbreken of beschadigd zijn, zorg dan dat deze vervangen worden voor u dit toestel /
gereedschap gebruikt
Voor gebruik
WAARSCHUWING
: Ontkoppel de machine van de stroombron voordat u accessoires wisselt of
enige aanpassingen maakt
WAARSCHUWING
: Controleer voor het eerste gebruik of het zaagblad juist gemonteerd is
Hulphandvat
• Het hulphandvat (1) dient met behulp van de inbegrepen handvat bouten (22) gemonteerd
te worden
• Verstel de hoekpositie van het hulphandvat door de twee handvatbouten lost e draaien, het
handvat in gewenste positie te plaatsen en de bouten weer vast te draaien
Stofontginning
• Een werkplaats stof ontginningssysteem of stofzuiger dient op de stofpoort (15) van de
machine aangesloten te worden
• Wanneer geen van beide verkrijgbaar is maakt u gebruik van de inbegrepen stofzak
Let op
: De stofzak dient tijdens gebruik regelmatig geleegd te worden. Leeg de stofzak voordat
deze halfvol is voor een optimale functionaliteit
Het verstellen van de zaagdiepte
De machine is voorzien van een zaagstop (11) met 6 diepteposities (0, 10, 20, S, D en Max),
voor het gebruik van verschillende lamellen. Zie onderstaande tabel
Het is aanbevolen de machine te kalibreren met een lamel die voornamelijk gebruikt gaat
worden. De meest gebruikte lamelmaat is nr. 10
1. Selecteer positie 10 door de zaagstop (11) te draaien tot de 10 door de diepte indicator (10)
aangeduid wordt
2. Duw het hulphandvat (1) naar voren tot de dieptestop (13) de zaagstop raakt (afbeelding B)
en meet de lengte van het zaagblad deel wat voorbij de bladgleuf (28) uitsteekt. Draai het
zaagblad (32) zodat de tandpunt (34) in het midden, en zo het verst van het voorpaneel af
ligt voordat u de afstand meet
3. De waarde dient 10 mm te zijn voor nr. 10, als aangegeven in onderstaande tabel. Wanneer
de meting verschilt, draait u de dieptestop stelmoer (14) los en verstelt u de dieptestop,
voor het verkrijgen een waarde van 10 mm
4. Draai de stelmoer vast
WAARSCHUWING
: Wanneer de zaagdiepte niet juist gesteld is, raakt het werkstuk mogelijk
beschadigd
Let op
: De andere diepteposities van de zaagstop zijn nu juist gesteld
Let op
: Maak een oefensnede in een stuk afvalmateriaal om de instellingen te controleren
• Gebruik maten enkel als richtlijn
Het verstellen van de zaagdiepte
Let op
: De groef voor de lamel dient in het midden van het werkstuk te vallen, zodat de
zaaghoogte op de halve materiaal dikte gesteld dient te worden
• De zaaghoogte met de bevestigde geleider (30) kan versteld worden tussen 0 – 40 mm
1. Verlos de geleider vergrendelknop (29)
2. Plaats de geleider op de gewenste hoogte met gebruik van de geleider hoogteschaal (27)
3. Draai de geleider vergrendelknop vast om de geleider op de gewenste hoogte te
vergrendelen
Het stellen van de geleider hoek
De geleider (30) heeft een 90° hoekverstelling mogelijkheid met klikstop voor het snel en
gemakkelijk stellen op 0°, 45° en 90°, voor het maken van gehoekte sneden
Voor het stellen van de hoek:
1. Verlos de hoek vergrendelhendel (4) door deze van het voorpaneel (19) af te trekken
2. Plaats het voorpaneel in de gewenste hoek met behulp van de hoekschaal (24) en
hoekindicator (25)
3. Vergrendel de hendel zodat het voorpaneel in de gewenste hoek vergrendeld is
Let op
: Controleer voor gebruik of de geleider goed vast zit. Wanneer de geleider los zit
beweegt deze mogelijk tijdens het zagen, wat het werkstuk kan beschadigen
Let op
: Gebruik de hoekschaal enkel als richtlijn. Gebruik bijkomende hulpmiddelen voor het
meten van de geleider hoek
Gebruik
BELANGRIJK
: Het is aanbevolen de machine met beide handen te hanteren. Houdt het
hoofdhandvat (18) met de ene hand vast, met een vinger comfortabel op de trekker schakelaar
(17), en het hulphandvat (1) met de andere hand
BELANGRIJK
: controleer voor elk gebruik of de beschermkap juist functioneert
Positie markering
Lamel
Breedte
Lengte
Dikte
Zaagdiepte
0
#0
15-16 mm
44-47 mm
4 mm
8 mm
10
#10
19 mm
53-54 mm
4 mm
10 mm
20
#20
25 mm
56-60
4 mm
12,5 mm
S
#20
25 mm
56-60 mm
4 mm
13 mm
D
S6
30 mm
85 mm
4 mm
14,7-15 mm
MAX
N.v.t.
Maximale zaagstop diepte als versteld (18 mm)
Niet compatibel
#H9
12 mm
38 mm
3 mm
6-7 mm
Niet compatibel
Triton 7 (BJA050/BJA056)
Lamellentabel
Het in- en uitschakelen van de machine
• Om de machine in te schakelen knijpt u de aan-/uitschakelaar (17) in
• Laat de schakelaar los om de machine uit te schakelen
Opmerkingen
:
• Zorg ervoor dat de machine juist opgezet is, zie: ‘Voor gebruik’, en markeer de zaagsnede
met een potlood op het werkstuk (Fig. II)
• De machine is voorzien van verschillende indicators die helpen bij de positionering tegen
het werkstuk. De voorpaneel midden indicator (5) en geleider blad midden indicator (7)
duiden op het midden van het blad. Twee geleider lamel randindicators (6 en 8) geven de
rand van grotere lamellen weer, verder terug op de geleider. Een midden bladindicator (26)
op de zijkant van de voet geeft de blad hoogtepositie weer voor standaard 4 mm dikke
bladen
• Het is belangrijk het werkstuk nauwkeurig te markeren. Het is mogelijk gemakkelijk de
2 delen in exact de juiste positie samen te brengen, de markeringen met potlood aan te
brengen en de gleuven te zagen. Stel losjes samen met de eerste lamel bevestigd voordat u
verder markeert, wanneer opvolgende lamellen vereist zijn. De ideale positie voor de eerste
zaaggleuf is in het midden van het hout
• Er is ruimte voor speling bij het verbinden van hout met lamellen, waar de gleuven wanneer
nodig vergroot kunnen worden. Het is echter aanbevolen nauwkeurig te werk te gaan en
frequent te meten
• Lamellen kunnen op verschillende manieren geplaatst worden (Fig. I). De gleuf dient,
afhankelijk van de verbinding, breder gezaagd te worden (Fig. III)
• Het werkstuk dient op de werkbank vastgeklemd te worden (Het gebruik van een antislip
mat is tevens mogelijk)
1. Selecteer de juiste lamellenmaat op de zaagstop (11)
2. Houdt de staart van de machine met de ene hand vast en rust een vinger op de trekker
schakelaar (17)
3. Lijn de machine nauwkeurig met de gemarkeerde boorlijn uit en positioneer de machine
klaar voor de snede
4. Plaats de machine tegen het werkstuk, zodat het voorpaneel (19) en de onderkant van de
geleider (30) volledig in contact staan met het werkstuk
5. Druk met de vingers van uw andere hand op de voorkant van de geleider om de machine in
positie te houden en controleer of het voorpaneel en de onderkant van de geleider vrij is van
spleten
329697_Z1MANPRO1.indd 15
29/11/2016 17:03
Содержание TBJ 001
Страница 2: ...2 1 2 3 4 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 5 6 7 8 19 16 20 21 22 23 24 26 28 25 27 29 30 ...
Страница 3: ...3 A B C 31 32 33 34 35 ...
Страница 4: ...4 GB I D G J E H F I ...
Страница 5: ...5 GB II III 100 150mm ...
Страница 84: ......