nederlands
80
81
De verlichtingssterkte veranderen
1. Raak de toets aan. Blijf de toets aanraken tot de gewenste
verlichtingssterkte bereikt is.
De lichtsterkte verandert. Wanneer de toets wordt losgelaten,
blijft de armatuur met dezelfde lichtsterkte branden.
Wisselen tussen lichtsterkte verhogen en verlagen:
2. Toets loslaten en opnieuw aanraken. Blijf de toets aanraken
tot de gewenste verlichtingssterkte bereikt is.
Elke keer dat u de toets lang aanraakt, wordt er gewisseld
tussen lichtsterkte verhogen en lichtsterkte verlagen.
short
long
brighter
off
short
off
short
long
darker
push button
Opmerking:
Door de lichtsterkte handmatig te wijzigen,
schakelt u de daglichtafhankelijke lichtsterkteregeling uit. De
volgende keer dat u de armatuur inschakelt, is de daglichtaf-
hankelijke regeling automatisch weer actief.
Gedrag in geval van stroomonderbreking
Na een stroomonderbreking gaat de armatuur aan. Indien er
geen personen aanwezig zijn of er voldoende daglicht is, wordt
de armatuur na de ingestelde vertragingstijd automatisch
weer uitgeschakeld.
Systeeminstellingen van de armatuur
Keuze van de bedrijfsmodus
Het lichtbeheersysteem beschikt over 2 bedrijfsmodi:
I: alleen aanwezigheidsdetectie
II: aanwezigheidsdetectie en
daglichtafhankelijke regeling
In bedrijfsmodus II moet de gewenste verlichtingssterkte op de
werkplek ingesteld worden.
De gewenste verlichtingssterkte instellen
1. Zet de armatuur in daglichtafhankelijke regeling (inschake
len door bewegingsdetectie of korte druk op de toets).
De verlichtingssterkte wordt automatisch op het ingestelde
niveau geregeld.
100 uur
inbrandfunctie
Bedrijfsmodus
Lichtsensor afgedekt
door draaischijf voor de
instelling van de gewenste
verlichtingssterkte
Uitschakelvertraging
1-30 min.
Aanwezigheidssensor