NL
39
ALGEMENE WAARSCHUWING
1. Alvorens dit toestel te installeren en te gebruiken, is het voor de
gebruiksveiligheid en de doeltreffendheid ervan noodzakelijk kennis
te nemen van deze handleiding en zich te houden aan de
voorschriften. Een exemplaar van deze handleiding moet ter
beschikking van elke operator bewaard worden. Bijkomende
exemplaren kunnen op aanvraag geleverd worden.
2. Gebruik dit toestel niet als één van de platen, bevestigd op het
toestel, of als één van de opschriften op deze platen niet langer
aanwezig zijn of leesbaar zijn zoals aangegeven aan het einde
van deze handleiding. Identieke platen kunnen op aanvraag
verkregen worden voor markeringen door platen. Deze platen
moeten bevestigd worden voordat het toestel gebruikt wordt.
3. Bijgevolg, zorg ervoor dat alle personen aan wie u het gebruik
ervan toevertrouwt, de hantering ervan kent en in staat is
de veiligheidsvoorschriften die deze hantering met zich
meebrengen, kan aanvaarden. Deze handleiding moet ter
beschikking van de gebruiker gesteld worden.
4. Het gebruik van dit toestel moet conform de van toepassing zijnde
reglementering en veiligheidsnormen omtrent de installatie, het
gebruik, het onderhoud en de controle van hijswerktuigen zijn.
5. Voor professioneel gebruik moet dit toestel onder de verant -
woordelijkheid van een persoon worden geplaatst die de
toepasbare reglementering kent en die gezag heeft om de
toepassing ervan te waarborgen als deze persoon niet de
operator is.
6. Personen die dit toestel voor het eerst gebruiken moeten, zonder
risico, alvorens een last aan te brengen en op een lage
hijshoogte, controleren of ze alle veiligheidsvoorwaarden en
de doeltreffendheid van de hantering ervan begrepen hebben.
7. Het plaatsen en de inbedrijfstelling van dit toestel moeten
uitgevoerd worden onder omstandigheden die de veiligheid van
de installateur garandeert, conform de in deze categorie van
toepassing zijnde reglementering.
8. Controleer, voor elk gebruik van dit toestel, of het in ogenschijnlijk
goede staat verkeert, net als de accessoires die bij dit toestel
gebruikt worden.
9. Controleer voordat men het toestel op een spanningsbron
aansluit of deze conform de eigenschappen van het toestel is
en of deze bron volgens de geldende regels beveiligd is.
10. Tractel
®
ontkent alle verantwoordelijkheid voor de werking van
dit toestel in een montageconfiguratie die niet in deze handleiding
beschreven wordt.
11. Elke wijziging, uitgevoerd buiten de controle van Tractel
®
,
of het verwijderen van een samenstellend onderdeel stelt
Tractel
®
vrij van alle verantwoordelijkheid.
12. Tractel
®
garandeert de werking van het toestel uitsluitend als het
uitgerust is met een synthetische Minifor™ hijskabel volgens de
specificaties van deze handleiding.
13. Montage-, demontagewerken danwel herstellingen uitgevoerd
op dit toestel die niet in deze handleiding beschreven zijnuit gevoerd
buiten de controle van Tractel
®
, stellen Tractel
®
vrij van elke
verantwoordelijkheid Met name in het geval van vervanging van
onderdelen door onderdelen die van andere herkomst zijn.
14. Elke ingreep op de synthetische Minifor™ hijskabel om deze
te wijzigen of te herstellen uitgevoerd buiten de controle van Tractel
®
,
sluit de verantwoordelijkheid van Tractel
®
voor de gevolgen van
deze handeling uit.
15. Dit toestel mag nooit voor andere doeleinden gebruikt worden
dan deze beschreven in deze handleiding. Het toestel mag niet
gebruikt worden voor een last die groter is dan de maximale
gebruikslast, aangegeven op het toestel. Het mag nooit in een
explosieve omgeving gebruikt worden.
16. Het is verboden dit toestel te gebruiken voor het hijsen of
het verplaatsen van personen.
17. Als een last door meerdere toestellen getild moet worden, dan
moet het gebruik ervan voorafgegaan worden door een
technische studie door een bevoegd technicus en vervolgens
conform deze studie uitgevoerd worden om de constante
verdeling van de last onder gepaste omstandigheden te
garanderen. Tractel
®
ontkent alle verantwoordelijk als het
Tractel
®
-toestel gebruikt wordt in combinatie met andere
hijswerktuigen van andere herkomst.
18. Bij het uitvoeren van hefbewegingen, bij het stijgen en het dalen,
moet de last constant in het zicht van de gebruiker blijven.
19. Dit toestel moet op een vast bevestigingspunt en aan een
voldoende weerstand biedende structuur bevestigd worden,
rekening houdende met het van toepassing zijnde veiligheids -
coëfficiënt om de maximum toegestane last aangegeven in
deze handleiding te ondersteunen. Voor alle hijsbewerkingen moet
het toestel verticaal opgehangen worden. Bij gebruik van
meerdere toestellen, moet de weerstand van de structuur en van
het bevestigingspunt functie zijn van het aantal toestellen,
volgens hun maximale gebruikslast.
20. Dit toestel is uitsluitend bedoeld om ladingen van materiaal
verticaal te hijsen. Het gebruik van dit toestel voor andere
doeleinden zoals bijvoorbeeld tractie- of schuine hijs
-
bewerkingen, is verboden.
21. De permanente controle van de schijnbaar goede staat en het
juiste onderhoud van het toestel maken deel uit van de te nemen
maatregelen voor een veilig gebruik. Controleer de takel voor
gebruik op de afwezigheid van corrosie.
22. De goede staat van de synthetische Minifor™ hijskabel is een
essentiële voorwaarde voor de veiligheid en de goede werking
van het toestel. De controle van de goede staat van deze
kabel moet, zoals aangegeven in het hoofdstuk “hijskabel”, bij
elk gebruik uitgevoerd worden. Elke synthetische Minifor™
hijskabel met tekenen van beschadiging moet onmiddellijk
definitief uit dienst genomen worden.
23. Blijf nooit onder de last staan en begeef u er nooit onder.
Signaleer en verbied toegang tot de zone onder de last.
24. Als het toestel niet gebruikt wordt, moet het buiten het bereik
van onbevoegde personen geplaatst worden.
25. De gebruiker moet er tijdens het gebruik voor zorgen dat de
synthetische Minifor™ hijskabel constant door de last
gespannen is. Er dient vooral opgelet worden dat de spanning
in de kabel niet tijdens het dalen door een obstakel
geneutraliseerd kan worden, waardoor de kabel eventueel kan
breken als de last zich van zijn obstakel bevrijdt.
26. Het toestel moet periodiek door een door Tractel
®
erkend
reparateur gecontroleerd worden, zoals aangegeven in deze
handleiding.
27. Als het toestel definitief niet meer gebruikt wordt, dan moet het
zodanig afgediend worden dat het gebruik ervan verboden is.
Respecteer de reglementering omtrent de milieubescherming.
BELANGRIJK: Voor elk professioneel gebruik, in het bijzonder
als u het toestel aan een werknemer of aan een gelijkwaardig
persoon dient toe te vertrouwen, hou u aan de bij de montage,
bij het onderhoud en bij het gebruik van dit materiaal van
toepassing zijnde arbeidsreglementeringen, met name de
vereiste controles: controle bij de eerste inbedrijfstelling door
de gebruiker, periodieke controles en controles na demontage
of herstelling.