– 31 –
AI A
FSTANDSBEDIENING
– 31 –
NL
H
ANDMATIGE
B
EDIENING
1. “MODE” knop
Hiermee kan de gewenste bedrijfsstand worden
geselecteerd. Met elke druk op de knop
verandert de instelling:-
FAN ONLY
Ý
COOL
Ý
HEAT
Ý
AUTO
(alleen ventilator
Ý
koud
Ý
warm
Ý
auto)
2. “FAN” (ventilator-)knop
Hiermee kan de gewenste ventilatorsnelheid
worden gekozen. Met elke druk op de knop
verandert de instelling:
AUTO
Ý
HIGH
Ý
MED
Ý
LOW
(auto
Ý
hoog
Ý
medium
Ý
laag)
l
In de AUTO-stand, verandert de
ventilatorsnelheid in overeenstemming met de
kamertemperatuur.
3. “TEMP ADJUST” (temperatuur afstellen)
(
t s
) knoppen
Met deze knoppen kan de gewenste
kamertemperatuur worden ingesteld (18-29° C).
4. ON/OFF (aan/uit) knop
Wanneer deze knop wordt ingedrukt, wordt de
airconditioning aan- of uitgezet.
Aanzetten van verwarming
Na het voorverwarmen, hetgeen 3 tot 5 minuten
duurt terwijl de inpandige ventilatoren zijn
uitgezet.
De hoofdisolatieschakelaar moet in de “on” (aan-)stand worden gezet (de lamp voor in bedrijf
knippert).
Let op
l
Schakel de stroom niet “OFF” (uit) wanneer de machine in gebruik is.
l
Wanneer de airconditioning gebruikt moet worden nadat de netstroom een lange tijd uitgeschakeld
is geweest, controleer dan of de airconditioning gedurende 12 uur is voorzien van netstroom
alvorens de installatie in gebruik te nemen.
OPERATION
PREHEAT
DEFROST
FAN
AUTO
HIGH
MED
LOW
TEMP
CHECK
LOUVER
UNIT
MANUAL
MODE
FAN ONLY
COOL
HEAT
AUTO
88
88
:
88
TIMER CONT. OFF ON
ADDRESS
H
M
˚
C
MODE
CHECK
FILTER
TIMER ADJUST
+
-
ON/OFF
NETWORK
REMOTE CONTROLLER
CENTRAL
STANDBY
FILTER
1
2
3
4