5
NL
270 mm
230 mm
43 mm
80°
4 mm
Gebruik geen smeerolie (olie voor
koelinstallatie) wanneer u de afvoerdop
inbrengt. Het gebruik ervan veroorzaakt
schade en de stop zal beginnen lekken.
Gebruik een
zeskantsleutel (4 mm).
Geen opening
Leidingen en Afvoerslang Installeren
* Dauw kan de werking van de machine verstoren, zodat beide
verbindingsleidingen moeten worden geïsoleerd. (Gebruik
polyethyleenschuim als isolatiemateriaal.)
Leidingen en afvoerslang aanpassen
1. Ponswerk gleuf in voorpaneel
Snij de gleuf links of rechts van het voorpaneel uit voor de linker of rechter
aansluiting en de gleuf onderaan links of rechts van het voorpaneel uit
voor de linker of rechter aansluiting met behulp van een tang.
2. Afvoerslang vervangen
Voor aansluiting links, onderaan links en achteraan links moeten de
afvoerslang en –dop worden vervangen.
Hoe de afvoerdop verwijderen
Grijp de afvoerdop vast met
een jne tang en trek hem eruit.
Hoe de afvoerslang verwijderen
• U kunt de aftapslang losnemen door de schroef los
te draaien waarmee slang vastzit en dan de slang
los te trekken.
• Wees voorzichtig en let goed op scherpe randen
van stalen platen wanneer u de aftapslang losneemt.
U zou zich aan de randen kunnen verwonden.
• U kunt de aftapslang weer monteren door de
slang stevig naar binnen te duwen, totdat het
verbindingsdeel de warmte-isolatie raakt. Zet de
slang vervolgens vast met de oorspronkelijke
schroef.
2) Steek de afvoerdop goed in.
Bij leidingen rechts of links
• Rits de groeven in het voorpaneel door
met een mes of pen en knip ze door met
een tang of dergelijke.
Bij rechts of links onderaan
• Rits de groeven in het voorpaneel door
met een mes of pen en knip ze door met
een tang of dergelijke.
Linkse aansluiting
• Buig de verbindingsleiding zodat ze maximum 43 mm boven de muur zit.
Indien de verbindingsleiding meer dan 43 mm boven de muur zit, kan de
binnenmodule niet stabiel op de muur zitten.
Gebruik een veerbuigtoestel zodat u de leiding niet plet.
Buig de verbindingsleiding met een straal van 30 mm.
De leiding aansluiten nadat het toestel is geïnstalleerd (afbeelding)
Luchtinlaatrooster op de binnenmodule plaatsen
• Ga bij het bevestigen van het
luchtinlaatrooster tewerk in
omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Bedrading
De verbindingskabel kan worden aangesloten zonder het voorpaneel
te verwijderen.
1. Verwijder het luchtinlaatrooster.
Open het luchtinlaatrooster naar boven en trek het naar u toe.
2. Verwijder het klemmendeksel en de snoerklem.
3. Steek de verbindingskabel (volgens de lokale snoeren) in het leidinggat in
de muur.
4. Trek de verbindingskabel door de gleuf in het achterpaneel zodat hij
vooraan ongeveer 20 cm uitsteekt.
5. Steek de verbindingskabel volledig in het klemmenblok en maak hem
stevig vast met schroeven.
6. Vastzetmoment : 1,2 N·m (0,12 kgf·m)
7. Maak de verbindingskabel vast met de snoerklem.
8. Bevestig het klemmendeksel, de achterplaatbus en het luchtinlaatrooster
op de binnenmodule.
Verbindingskabel aansluiten
OPMERKING
• Gebruik alleen snoerdraad.
• Draadtype : Meer dan H07RN-F of 245 IEC66 (1,0 mm
2
of meer).
OPGELET
OPGELET
Vloeistofzijde
Gaszijde
(Voorkant opruiming)
Buitenkant binnenmodule
R 30 mm (Gebruik polisine
(polyethyleenkern) of dergelijke voor het
buigen van de leiding.)
Gebruik de handgreep van een
schroevendraaier e.d.
• Raadpleeg het bedradingsschema op de binnenkant van het voorpaneel.
• Controleer de lokale bedrading en eventuele instructies of beperkingen
inzake bedrading.
Achteraan rechts
Achteraan links
Onderaan links
Links
Onderaan rechts
Rechts
Ponswerk gleuf in
voorpaneel
Afvoerslang
vervangen
Leiding klaarmaken
Warmte-isolator
Afvoerslang
Groef
Groef
Breng de afvoerverlengslang en de afvoerdop degelijk aan; anders
kunnen er waterlekken ontstaan.
Afvoerdop aanbrengen
1) Steek een zeskantsleutel (4 mm)
in een centrale kop.
3
Snoerklem
Klemmenblok
Klemmendeksel
Schroef
Schroef
Aardingsdraad
Verbindingskabel
Striplengte verbindingskabel
ongeveer 20 cm
100 mm
10 mm
90 mm
45 mm
Book 1110251253.indb 5
6/18/12 5:53 PM