131
Kabelaansluitingen
VOORWAARDE
• Voer de kabel altijd door de kabeldoorvoer van de binnenunit.
• Maak een lus in de kabel (ongeveer 100 mm) zodat het elektrische aansluitingencompartiment tijdens het
uitvoeren van onderhoud uit het apparaat kan worden genomen.
• De laagspanningsschakeling is voor de afstandsbediening.
• Verwijder het deksel van het elektrische aansluitingencompartiment door de bevestigingsbouten (3 stuks) los te
draaien en de kliksluiting in te drukken.
(Het deksel van het elektrische aansluitingencompartiment blijft aan het scharnier hangen.)
• Draai de schroeven van het aansluitingenblok aan en zet de kabels met de meegeleverde snoerklem vast in het
elektrische aansluitingencompartiment.
(Voorkom dat het aansluitgedeelte van het aansluitingenblok mechanisch belast wordt.)
• Monteer het deksel van het elektrische aansluitingencompartiment zonder de bekabeling af te klemmen.
Tijdelijke montage van de elektrische aansluitingenkast
• Bij servicewerkzaamheden aan de elektrische aansluitingenkast – zoals werkingscontrole etc. – steekt u twee
bevestigingsschroeven door de gaten in de zijplaat om de elektrische aansluitingenkast tijdelijk vast te zetten, zodat u
aan de voorkant kunt werken (Zie “Verwijdering van het elektrische aansluitingencompartiment”)
R(L)
R(L)
S(N)
S(N)
U
1
U
2
A
B
U
1
U
2
A
B
Verbindingskabel tussen de
units/Aansluitingenblok voor
de afstandsbediening
Aansluitblok
voor de voeding
Snoerklem
R
(L)
S
(N)
10
10
50
70
Aarde
Verbindingskabel
Elektrische
aansluitingencompartiment
Bevestigingsschroeven
aan de zijplaat
Zijplaat
6
ELEKTRISCHE BEDRADING