Vervangen van de zekering
Als de netschakelaar bij inschakeling niet brandt, ondanks dat de contactdoos wel spanningvoerend is, trekt
u de stekker van het netsnoer uit de contactdoos.
In de bodem van het soldeerstation bevindt zich de zekeringenhouder met de daarin geplaatste zekering.
Schroef de zekeringenhouder eruit door deze met een geschikte schroevendraaier een stuk naar links te-
gen de klok in te draaien. Vervolgens kan het smeltpatroon met de daarin stekende zekering er worden
uitgenomen.
Vervang de defecte zekering door een nieuwe zekering van hetzelfde type en dezelfde nominale gegevens
(zie opschrift op de zekering resp. op het typeplaatje van het soldeerstation; zie ook hoofdstuk „Technische
gegevens“).
Gebruik nooit een zekering met andere nominale gegevens. Overbrug de zekering nooit! Er
bestaat brandgevaar!
Plaats het smeltpatroon weer terug in het soldeerstation en vergrendel het door het een stukje in te drukken
en naar rechts met de klok mee te draaien.
Mocht de zekering na de ingebruikname van het soldeerstation opnieuw doorbranden, schakel dan het sol-
deerstation uit en trek de stekker van het netsnoer uit de contactdoos. Gebruik het soldeerstation niet meer
maar laat het door een specialist controleren.
Onderhouden en schoonmaken
• Het soldeerstation is voor u, op incidentele vervanging van de soldeerpunt na, onderhoudsvrij.
• Voordat het soldeerstation wordt schoongemaakt, moet het worden uitgeschakeld en van het stroomnet
worden gescheiden, trek de stekker van het netsnoer uit de contactdoos.
Laat de soldeerbout en het soldeerstation vervolgens voldoende afkoelen.
• Veeg de buitenkant van het soldeerstation alleen schoon met een schone, zachte en droge doek.
Gebruik in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of chemische oplossingen, omdat deze de behui-
zing kunnen aantasten of de werking beïnvloeden.
• Voor de soldeerpunt is geen speciale reiniging noodzakelijk. Het volstaat tijdens het solderen regelmatig
op de droogreiniger de resten van fluxmiddel of overtollige soldeer te verwijderen.
Voordat u het soldeerstation uitschakelt, moet de soldeerpunt goed met tin bedekt zijn. Dit voor-
komt corrosie van de soldeerpunt.
Afvoer
Elektrische en elektronische producten horen niet bij huishoudelijk afval!
Voer het product aan het einde van zijn levensduur conform de geldende wettelijke bepalingen
af.
Technische gegevens
Type soldeerstation
ST50-A
ST80-A
ST100-A
Bestelnr.
791784
791785
791786
Bedrijfsspanning
230 V AC / 50 Hz
Vermogensopname
max. 75 W
max. 110 W
max. 120 W
Soldeerboutspanning
26 V/AC
Soldeerboutvermogen
50 W
80 W
100 W
Soldeerpunttemperatuur
150 - 450 °C (instelbaar)
ESD-/equipotentiaalbus
ja (Ø 4 mm)
Zekeringstype
Glasbuiszekering, 5 x 20 mm
Zekeringwaarde
250 V, 400 mA,
traag
250 V, 630 mA,
traag
250 V, 630 mA,
traag
Kabellengte van de sol-
deerbout
ca. 110 cm
Afmetingen van het soldeer-
station (D x B x H)
150 x 160 x 113 mm
Afmetingen van de soldeer-
bouthouder (D x B x H)
193 x 70 x 103 mm
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de
registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van
uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen.
© Copyright 2014 by Conrad Electronic SE.
V2_0614_01/IB
b) Aansluiten
• Sluit de ronde stekker van de soldeerbout aan op de betreffende bus aan de voorkant van het soldeersta-
tion (let op de juiste oriëntatie van de ronde stekker) en schroef deze met de hand vast (geen gereedschap
gebruiken!).
• Rechts naast de aansluitbus voor de soldeerbout bevindt zich een hoogohmige equipotentiaalbus. Hier-
door kan het soldeerstation bij MOS-onderdelen of ESD-werkplaatsen worden gebruikt, terwijl deze zo ook
bescherming biedt tegen statische oplading tijdens het soldeerproces. Sluit indien gewenst de bus met
een geschikte kabel aan op uw ESD-werkplek.
• Steek de stekker van het netsnoer in een reglementair geaarde contactdoos.
c) Gebruik
• Schakel het soldeerstation via de netschakelaar in („I“ = aan). Het controlelampje in de schakelaar moet
nu gaan branden.
• Draai de regelknop op de gewenste soldeerpunttemperatuur. Neem evt. de informatie over de optimale
temperatuur van de door u gebruikt soldeertin in acht.
Het duurt even voordat de soldeerbout de ingestelde temperatuur heeft bereikt. Wacht ongeveer 2 - 3
minuten voordat u de eerste keer begint te solderen.
Tijdens de verwarmingsfase brandt de led boven de regelknop in korte intervallen. Als de ingestelde
soldeerpunttemperatuur is bereikt knippert de led in lange intervallen.
• Bovenop de soldeerbouthouder bevindt zich een kleine metalen schaal, die bijv. kan worden gebruikt om
soldeertin, draad e.d. weg te leggen.
• Als het soldeer de soldeerpunt aanraakt, moet het snel smelten. Komt er rook vrij, dan betreft het hier het
verdampende fluxmiddel, dat zich binnenin het soldeer bevindt (soldeerdraad met fluxkern).
Stel bij grotere soldeervlakken de temperatuur iets naar boven bij om het solderen sneller te kunnen
uitvoeren. Bij werkonderbrekingen draait u de temperatuur van de soldeerbout terug. Dit bespaart energie
en verlengt de levensduur van de soldeerpunt.
• Plaats de soldeerbout bij het opwarmen en tijdens de soldeeronderbrekingen altijd geheel in de soldeer-
bouthouder.
Bij soldeeronderbrekingen, maar ook voor het uitschakelen van het soldeerstation moet er op worden
gelet dat de soldeerpunt voldoende tin bevat.
Een mechanische beschadiging van de soldeerpunt maakt de zich daar bevindende beschermlaag kapot
en verkort daarmee de levensduur aanzienlijk.
• Zorg voor schone soldeercontacten van het werkstuk. Gebruik uitsluitend geschikte soldeertin. Door zuur-
houdend soldeer kan de soldeerpunt of het werkstuk defect raken.
• Verwarm bij het solderen het soldeervlak met de soldeerpunt en voer tegelijkertijd soldeer aan. Haal het
soldeer weg bij het soldeervlak; verwijder aansluitend de soldeerpunt van het soldeervlak.
Voer het solderen snel uit, omdat het werkstuk anders beschadigd kan raken (bijv. opgetilde geleidende
banen, oververhitte bouwelementen enz.).
• Laat het soldeervlak afkoelen. Het kan, afhankelijk van de grootte van het soldeervlak, ongeveer 1 - 2 se-
conden duren voor het soldeer uithardt. Beweeg gedurende deze periode het gesoldeerde bouwelement
of de kabel niet, omdat er anders een zogeheten „koud soldeervlak“ ontstaat. Hierbij trekt het soldeervlak
het matzilver eruit en biedt het noch een goed elektrisch contact, noch een goede mechanische fixatie.
Een goed soldeervlak glanst daarentegen net als chroom.
• Haal regelmatig met de droogreiniger (messingwol) resp. de vochtige spons fluxmiddelrestanten van de
soldeerpunt. Veeg de soldeerpunt hiervoor slechts kort af.
Druk de soldeerpunt niet in de droogreiniger resp. in de vochtige spons, houd de soldeerpunt ook nooit te
lang op de droogreiniger of de vochtige spons.
Als er nog te veel resten soldeertin in de droogreiniger zitten, kunnen deze eruit worden gehaald en er in
een andere richting weer in worden gelegd. Til daarvoor eerst het metalen deksel van de droogreiniger op.
Een gebruikte droogreiniger kan tegen een nieuwe worden omgeruild. Deze is als toebehoren verkrijgbaar
(zie bijv. op het internet onder www.conrad.com de betreffende productpagina). Hetzelfde geldt voor de
spons.
• Plaats na beëindiging van de soldeerwerkzaamheden de soldeerbout weer in de soldeerbouthouder.
Schakel vervolgens het soldeerstation uit (schakelstand „O“ = uit). Het controlelampje in de schakelaar
gaat uit.
De soldeerbout heeft minimaal 10 minuten nodig om af te koelen. Pak gedurende deze tijd noch
de soldeerpunt, noch de soldeerbouthouder vast; verbrandingsgevaar! Dit geldt ook voor het
vervangen van de soldeerpunten.
Het soldeerstation moet eerst volledig zijn afgekoeld voordat u dit opbergt! Als dit niet wordt
opgevolgd, bestaat er brandgevaar!
Vervangen van de soldeerpunt
Normaal gesproken ontstaat er bij het solderen een mechanische belasting van de soldeerpunt. Dit leidt
ertoe dat de soldeerpunt stomp wordt en nauwkeurig solderen aan kleinere bouwonderdelen niet meer mo-
gelijk is. In dit geval kan de soldeerpunt door een nieuwe worden vervangen (niet bij de levering inbegrepen,
apart te bestellen).
Als toebehoren zijn bovendien soldeerpunten met verschillende puntvormen verkrijgbaar. Hoe
kleiner de soldeerpunt, des te fijnere soldeerwerkzaamheden kunnen worden doorgevoerd.
Brede soldeerpunten zijn bestemd voor grovere soldeerwerkzaamheden.
Ga voor het het vervangen van de soldeerpunt als volgt te werk:
• Zet het soldeerstation uit en laat de soldeerbout volledig afkoelen.
• Draai de geribbelde metalen dopmoer op de soldeerbout los en trek de houder eraf.
• Trek de soldeerpunt voorzichtig en recht van het keramische verwarmingselement van de soldeerbout af.
Het keramische verwarmingselement mag niet mechanisch worden belast. Bij breuk van het
keramische verwarmingselement vervalt de waarborg/garantie!
• Plaats een nieuwe soldeerpunt op het keramische verwarmingselement.
• Plaats de houder erop en draai de metalen dopmoer voorzichtig vast. Gebruik hierbij echter geen geweld
en gebruik geen gereedschap bij het vastdraaien!