67
10. Reiniging en onderhoud
Gebruik in geen geval agressieve reinigingsmiddelen, reinigingsalcohol of andere chemische producten
omdat de behuizing beschadigd of de werking zelfs belemmerd kan worden.
Verbreek voor iedere reiniging de verbinding met de stroomvoorziening.
a) Container
• Spoel de container uit met schoon water.
• Reinig de buitenkant met een natte doek en een mild schoonmaakmiddel.
• Laat de container aan de lucht drogen.
b) Motoreenheid
• Let op dat er geen vloeistof binnenin de motoreenheid komt.
• Maak de motoreenheid schoon met een droge, zachte en pluisvrije doek.
c) Sponsfilter
• Spoel het sponsfilter met schoon water.
• Laat het sponsfilter aan de lucht drogen.
d) Zuigslang, buizen, zuigmondstukken
• Spoel deze onderdelen met schoon water.
• Reinig de buitenkant met een natte doek en een mild schoonmaakmiddel.
• Laat de onderdelen aan de lucht drogen.
Vloermondstuk
Voor eenvoudigere reiniging kunt u de onderkant met wisser en borstel verwijderen.
• Schuif de bovenste eindzijkanten van het vloermondstuk naar buiten.
• Verwijder de onderkant.
• Schuif de borstel zijwaarts eruit.
• Bouw het vloermondstuk in omgekeerde volgorde weer samen.