24
Dit apparaat is niet ge-
schikt voor DHZ-reparatie
nabij een warmtebron
als het snoer is
gerafeld of beschadigd
waar kleine kinderen
zonder toezicht zijn
als het verlengsnoer
overbelast kan raken
waar het snoer
beschadigd kan
worden
waar chemische mid-
delen beschadiging
kunnen veroorzaken
als er kans is dat
vreemde objecten in
de openingen komen
als er vloeistof op kan
vallen
gebruik uw ontvochtiger niet als:
• Reinig de luchtontvochtiger nooit door het apparaat met water te besproeien of in
water te dompelen: kortsluitingsgevaar!
• Sluit het apparaat NOOIT aan met behulp van een verlengsnoer. Is een geschikt
geaard stopcontact niet voorhanden zijn, laat dit dan installeren door een erkend
elektricien.
De stekker moet altijd makkelijk toegankelijk zijn als het apparaat is
aangesloten.
belangrijk: Het apparaat MOET altijd geaard worden aangesloten. Als de
stroomvoorziening niet geaard is, mag u het apparaat absoluut niet aansluiten.
let op! Gebruik het apparaat NOOIT met beschadigd snoer of stekker.
Klem het snoer nooit af en laat het nooit over scherpe kanten lopen.
Als het elektrische snoer van de luchtontvochtiger is beschadigd, dient een
deskundige servicemonteur het te vervangen, om ieder risico te voorkomen.
Als de stekker moet worden vervangen, zorg er dan voor dat er weer een stekker
met randaarde wordt gemonteerd.
pRInCIpE
Zie blz. 25, fig. 3
Uw luchtontvochtiger regelt de relatieve luchtvochtigheid.
Te vochtige lucht wordt aangezogen en in het apparaat door koelelementen geleid.
Hierdoor condenseert de lucht. Het condenswater wordt via een vaste afvoer
afgevoerd. De drogere lucht wordt vervolgens door een warmtewisselaar gestuurd,
waar de lucht in lichte mate wordt verwarmd.
Daarna wordt de lucht weer in het vertrek geblazen.
De mate van ontvochtiging is instelbaar met de HUMIDISTAT toets.
nl