31
!
LET OP
Voert u aub alle aansluit compartiment bedrading naar buiten via de plastic en rubber
wartels.
2.4.1 Aansluitingen en instellingen op het “control board”
De volgende afbeelding toont de aansluitingen en schakelaar instellingen op het
zogenaamde “control board”.
① “Master/slave” schakelaar positie. Deze schakelaar moet op “MASTER” ingesteld
worden, wanneer er één enkele acculader geïnstalleerd is. De “SLAVE” instelling is
alleen relevant wanneer er meerdere laders parallel geschakeld gaan worden.
② 5 polige schroef klem. De eerste 3 posities staan in verbinding met respectievelijk de
“normaal geopende-“, “normaal gesloten-“ en “common” contacten van het interne
alarm relais. Dit relais wordt automatisch geactiveerd wanneer de lader uitschakelt
vanwege een fout conditie. Als deze fout conditie is opgelost, wordt dit relais weer ge-
deactiveerd. De maximale schakelstroom en spanning zijn respectievelijk 5A en 60V.
Op de posities 4 en 5 van deze schroefklem, kan een externe schakelaar worden
aangesloten om de lader op afstand in- en uit te schakelen. De maximale draadlengte
tussen de lader en deze schakelaar is 50 meter. Het wordt aanbevolen een kabeldikte
van 1mm
2
voor deze bedrading toe te passen. Voor de externe schakelaar kan elk
enkel polige type worden gebruikt. Er hoeft maar een klein stuursignaal geschakeld
te worden met deze schakelaar.
③ Overbruggingsschakelaar (Remote bypass) voor de externe aan/uit aansluiting.