54
10. Onderhoud en reiniging
Gebruik in geen enkel geval agressieve schoonmaakmiddelen, ontsmettingsalcohol of andere chemische
oplossingen omdat deze schade toe kunnen brengen aan de behuizing en zelfs afbreuk kan doen aan de
werking van het product.
Koppel het product vóór iedere reiniging los van de stroomvoorziening.
a) Luchtreiniger
• Veeg de buitenzijde van de luchtreiniger schoon met een droge, pluisvrije doek.
• Reinig niet met water of andere vloeistoffen om het risico op elektrische schokken te voorkomen.
b) Filter
•
Reinig de buitenzijde van de filter en de binnenzijde van de behuizing maandelijks met een zachte borstel of
stofzuiger om ophoping van haar of stof te voorkomen.
•
Reinig de filter niet met water of andere vloeistoffen.
•
U moet de filter na het reinigen in de volgende gevallen misschien vervangen:
- Luider lawaai
- Verminderde luchtstroom
- Vreemd luchtje
- Zichtbare verstopping
Zie paragraaf “11. De luchtfilter vervangen” op pagina 55.
