41
6.3.6 Hoe worden de gegevens vastgelegd door de Vector
wanneer ik tijdens een trektocht daal van 5.000 voet tot 3.000
voet en vervolgens opnieuw stijg tot 8.000 voet?
Afhankelijk van de situatie bestaan er verschillende antwoorden op deze vraag.
Als u zich afvraagt of de wristopcomputer nauwkeurige hoogtegegevens biedt wanneer u opnieuw bent gestegen
tot 8.000 voet nadat u eerst vanaf 5.000 voet bent afgedaald tot 3.000 voet, is het antwoord ja als de
barometrische druk niet is beïnvloed door weersveranderingen. Omdat de hoogtemeting is gebaseerd op de
meting van de atmosferische druk, wordt deze beïnvloed door wijzigingen in de druk. Als de omstandigheden
evenwel gelijk zijn en de referentiehoogte is ingesteld, worden er accurate hoogtemetingen weergegeven.
Als u zich afvraagt hoe de gegevens worden berekend die worden weergegeven in het logboek, luidt het
antwoord als volgt: voor de totale stijging tijdens de logboekregistratie (de logboekregistratie vanaf het moment
dat deze is geactiveerd door de gebruiker) wordt de stijging van 3.000 tot 8.000 voet berekend, wat neerkomt
op een totale stijging van 5.000 voet. Voor de daling wordt de daling van 5.000 tot 3.000 voet berekend, wat
neerkomt op een daling van 2.000 voet.
Als u zich afvraagt hoe de functie voor de verschilmeting werkt in de voorbeeldsituatie, geldt dat het absolute
verschil tussen 5.000 en 8.000 voet (verschil tussen begin en einde) wordt weergegeven op de wristopcomputer.
Het feit dat u tussendoor bent gedaald tot 3000 voet heeft geen invloed op het absolute hoogteverschil tussen
het begin- en eindpunt.
Ten slotte kan nog worden vermeld dat de gegevens als volgt worden weergegeven in het 24-uurs geheugen:
stel dat u om 12:00 uur begint op 5.000 voet en dat het u 2 uur kost om 3.000 voet te bereiken en het
vervolgens 5 uur kost om 8.000 voet te bereiken. In het 24-uurs geheugen wordt weergegeven dat u om 12:00
uur op 5.000 voet was, bijvoorbeeld om 13:00 uur op 4.000 voet, om 14:00 uur op 3.000 voet, bijvoorbeeld om
15:00 uur op 4.000 voet, om 16:00 uur op 5.000 voet, om 17:00 uur op 6.000 voet, om 18:00 uur op 7.000 voet
en om 19:00 uur op 8.000 voet.
Dit zijn de verschillende situaties waarin de metingen op de wristopcomputer worden beïnvloed door de
voorbeeldsituatie.
Het belangrijkste is dat u ALTIJD de referentiehoogte instelt op de wristopcomputer. Dit is de enige manier om
nauwkeurige hoogtemetingen te verkrijgen.