34
•
Dompel het apparaat nooit onder in water.
•
Het oppervlak van het apparaat blijft tijdens het
functioneren en nog enige tijd na uitschakelen warm. Let
u daarop om brandwonden te voorkomen.
•
Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan
trillingen of stoten. Gebruik het apparaat voorzichtig.
•
Het apparaat mag alleen geaard worden gebruikt.
•
Houd het apparaat uit de buurt van licht ontvlambare
materialen.
•
Laat het apparaat helemaal afkoelen, voordat u het
schoon maakt of verplaatst of er onderhoud aan uitvoert.
•
Het apparaat niet zelf repareren, demonteren of op een
andere manier modificeren.
Waarschuwing:
Om
oververhitting
te
voorkomen, het apparaat niet afdekken!
Belangrijk
: Dit verwarmingsapparaat is niet voorzien
van een temperatuurregelaar. Gebruik het apparaat niet
in de buurt van mensen die zich niet zelfstandig kunnen
verplaatsen, tenzij ze voortdurend onder toezicht staan.
Onderdelen/Inhoud van de levering
Installatie
•
Plaats het apparaat ondersteboven (afbeelding A). Steek de stekker (8) en de voedingskabel door de gaten in het
midden van de bodemplaat (3) en de basis (2). Monteer nu de bodemplaat (3), de basis (2) en de moeren (6) op
de hoofdbehuizing.
•
Draai de beide moeren (6), de basis (2) en de bodemplaat (3) vast met de schroeven M6 * 20 (1).
•
Bevestig de stroomkabel met de kabelklem (5) aan de basis en schroef de kabelklem met schroeven M4*35 (7)
vast, zoals in afbeelding B staat aangegeven.
Afbeelding A
Afbeelding B
Schroeven M6*50 (2 stuks)
Kabelklem
Basis van het apparaat
Moeren (2 stuks)
Bodemplaat
Schroeven M4*28 (2 stuks)
Apparaatbehuizing
Inbussleutel