
29
1) Stroomtoevoer
2) Draad naar de
aangesloten apparatuur
3) Aardedraad
4) Pallen voor kabel op
de muur
Installatie IS 240 DUO
y
Wandbevestiging
Let op: Montage betekent
netaansluiting. 230 V is
levensgevaarlijk! Daarom
eerst de stroom uitscha-
kelen en op spannings-
loosheid testen met een
spanningstester. Bij de
installatie van de sensor
wordt met netspanning
gewerkt, dit moet vakkun-
dig volgens NEN 1010
worden uitgevoerd.
Houdt u er a.u.b. rekening
mee, dat de bewegings-
melder met een 10 A-vei-
ligheidsschakelaar moet
worden beveiligd.
De montageplaats moet
minstens 50 cm van een
lamp verwijderd zijn,
omdat de warmtestraling
het systeem kan active-
ren. De montagehoogte
moet ca. 2 m bedragen.
Met een schroevendraaier
de bevestigingsschroef
5
tegen de wijzers van de
klok losschroeven, mon-
tageplaat
1
naar bene-
den schuiven en afnemen.
De draden naar het
kroonsteentje niet losma-
ken, maar het complete
kroonsteentje uitnemen
door voorzichtig te trek-
ken. De meegeleverde
rubber dopjes in de mon-
tageplaat drukken. De
montageplaat tegen de
wand houden en de boor-
gaten aftekenen; let op de
stroomleiding in de wand,
gaten boren en van plug-
gen voorzien.
Om een schakeling tot
stand te brengen, moet
een netaansluiting worden
uitgevoerd d.m.v. mini-
maal een 2-polige kabel
naar de sensor en een
tweede kabel naar de ver-
bruiker. De twee rubber
dopjes kunnen daarvoor
met een schroevendraaier
doorgestoken worden.
Voor montage met onder-
toevoer van de netspan-
ningskabel zijn twee pal-
len onderaan de wandbe-
vestiging voorzien, die
gemakkelijk kunnen wor-
den afgebroken. Tenslotte
de afschermplaat van het
huis
5
weer bevestigen.
y
Aansluiting van de
stroomtoevoer
De stroomtoevoer bestaat
uit een 2- tot 3-polige
kabel.
L
= stroomdraad
(meestal zwart
of bruin)
N = nuldraad
(meestal blauw)
PE = eventuele aarde-
draad (groen/geel)
In geval van twijfel moe-
ten de kabels met een
spanningstester worden
geïdentificeerd; vervol-
gens weer spanningsvrij
maken. De kroonsteentjes
zijn voor de stroomtoe-
voer. De stroomdraad (L)
komt van bovenaf gezien
in de eerste (zie pijl) en de
nuldraad (N) komt in de
tweede klem. Is er ook
een groen/gele aarde-
draad, dan kan deze in de
daarvoor aanwezige
onderste klem worden
aangesloten.
y
Aansluiting van de draad
naar de aangesloten
apparatuur
Deze kabel (bijv. naar de
lamp) is ook 2- tot 3-
polig. De aansluiting
geschiedt in de klemmen
N en L’. De stroomvoeren-
de draad van het aange-
sloten apparaat (zwarte of
bruine kabel) wordt in de
met L’ aangegeven klem
gemonteerd. De nuldraad
(blauw) komt in de met N
aangegeven klem, teza-
men met de nuldraad van
de stroomtoevoer. De
eventueel aanwezige
groen/gele aardedraad
wordt in de onderste klem
gemonteerd.
Belangrijk: Verwisseling
van de aansluitingen leidt
in het apparaat of in uw
zekeringenkast tot kort-
sluiting. In dit geval moe-
ten de draden nogmaals
geïdentificeerd worden en
opnieuw aangesloten. In
de stroomtoevoerkabel
kan natuurlijk een net-
schakelaar voor IN- en
UIT-schakelen worden
gemonteerd.
28
Gebruiksaanwijzing
NL
IS240Duo_10spr_neu 24.08.2011 14:31 Uhr Seite 29
Содержание IS 240 DUO
Страница 21: ...41 2 e registrazione e esempi ...
Страница 41: ...81 2 g pler ...