59
7. Bedieningselementen
1
2
1 Laagspanningsaansluiting
2 LED
8. Voorbereidingen voor de montage
De plafondhouder dient te worden bevestigd aan een plafond met voldoende draagvermogen. Let bij de montage op
het type ondergrond. De montage is alleen toegestaan als het plafond daarvoor geschikt is. Dunne skeletbouwwanden
of gipsplaat, ook op schuine plafonds, zijn normaal gesproken niet geschikt. In de handel zijn er echter voor zulke
situaties eventueel speciale pluggen verkrijgbaar. Neem bij twijfel vóór de montage contact op met een expert.
Afhankelijk van de ondergrond (bijv. hout) dient er passend montagemateriaal (alleen schroeven zonder pluggen
etc.) te worden gebruikt. Door het totale gewicht van de gemonteerde plafondhouder en de hefboomwerking dient er
voor een stabiele bevestiging te worden gezorgd. Bepaal te allen tijde het draagvermogen van de draagconstructie.
De draagconstructie moet minstens 10 keer het maximale gewicht van de plafondhouder plus het geïnstalleerde
beeldscherm kunnen dragen om een adequate veiligheid te garanderen.
• Plan de montage zorgvuldig, zodat de plafondhouder met het erin aangebrachte beeldscherm zich later op de juiste
plek en op de gewenste hoogte bevindt.
• Gebruik bij het monteren een waterpas.
Zorg er tijdens het boren resp. het vastschroeven voor, geen kabels of leidingen te beschadigen. Als er bij
het boren per ongeluk een elektrische leiding wordt geraakt, bestaat er levensgevaar door een elektrische
schok!
• Denk bij het hanteren van elektrisch gereedschap (zoals een boormachine) aan uw veiligheid. Draag een
veiligheidsbril. Lang haar mag niet in draaiende onderdelen terecht komen. Draag geen ringen of sieraden.
• Zorg ervoor dat er zich tijdens de montage geen mensen onder de plafondhouder bevinden.