12
NL
Problemen oplossen
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij het
oplossen van de meeste problemen die zich met
het toestel kunnen voordoen. Raadpleeg eerst de
procedures voor aansluiting en bediening voor u de
onderstaande controlelijst doorneemt.
De POWER-indicator licht niet op.
De zekering is doorgebrand.
– Vervang de zekeringskabel door een nieuwe.
De massakabel is niet stevig aangesloten.
– Verbind de massakabel altijd stevig met een
metalen massapunt op het chassis van de auto.
Het voltage dat ingevoerd wordt in de
afstandsinschakelkabel (REMOTE TURN-ON) is te
laag.
– Schakel de autoradio in als deze uitgeschakeld
is.
– Gebruik een relais als er te veel versterkers
geïnstalleerd zijn voor het systeem.
Zorg ervoor dat het accuvoltage tussen 10,5 V en
16 V ligt.
De alternator produceert geluid.
De accuverlengkabels zijn te dicht bij de RCA-
stekkerkabels of de hoogniveau-invoerkabels
geplaatst.
– Houd deze kabels bij elkaar uit de buurt.
De massakabel is niet stevig aangesloten.
– Verbind de massakabel altijd stevig met een
metalen massapunt op het chassis van de auto.
Het geluid van de subwoofer is te zacht.
Het volume van de autoradio en/of de subwoofer
staat te zacht.
– Verhoog het volume van de subwoofer en/of
de autoradio.
Er is geen geluid hoorbaar.
De PHASE-selectieschakelaar is niet correct
ingesteld (staat dus tussen de verschillende
standen).
– Zet de schakelaar op de subwoofer op NORMAL
of REVERSE.
Het volume van de autoradio en/of de subwoofer
staat op de laagste stand.
– Verhoog het volume van de subwoofer en/of
de autoradio.
De subwoofer is niet correct aangesloten.
– Controleer of alle aansluitingen van de
subwoofer correct zijn.
Neem contact op met de dichtstbijzijnde Sony-
verdeler als deze oplossingen niet helpen.