17
Druk op
(SEL)
om
te regelen en te
kiezen.
De werkingsrichting wijzigen
De werkingsrichting van de
bedieningselementen is af fabriek ingesteld
zoals hieronder afgebeeld.
Als u de bedieningssatelliet rechts op de
stuurkolom moet bevestigen, kan de
werkingszin worden omgekeerd.
Druk twee seconden op
(SEL)
terwijl u
het bedieningselement VOL ingedrukt
houdt.
Druk op
(DSPL)
om de weergegeven
items te veranderen.
verlagen
verhogen
De geluidskenmerken
aanpassen
U kunt de hoge en lage tonen, de balans en de
fader instellen.
Voor elke geluidsbron kan het niveau voor
lage en hoge tonen worden vastgelegd.
1
Selecteer het onderdeel dat u wilt
aanpassen door een aantal malen op
(SEL)
te drukken.
Telkens wanneer u op
(SEL)
drukt, worden
de items als volgt gewijzigd:
BAS (lage tonen)
t
TRE (hoge tonen)
t
BAL (links-rechts)
t
FAD (voor-achter)
2
Regel het gekozen item door op één van
beide kanten van de volumeknop te
drukken.
Breng de wijziging aan binnen de drie
seconden nadat u het onderdeel hebt
geselecteerd.
Het geluid dempen
Druk op
(ATT)
.
“ATT-ON” knippert even en “ATT”
verschijnt in het uitleesvenster.
Als u het vorige geluidsniveau wilt herstellen,
drukt u nogmaals op
(ATT)
.
“ATT-OFF” verschijnt kortstondig.
Tip
Wanneer de verbindingskabel van een
autotelefoon is aangesloten op de ATT-kabel,
wordt het geluid automatisch afgezet wanneer
een telefonische oproep wordt ontvangen
(Telephone ATT functie).