13
NL
Controleer de hulpvoedingsaansluiting van uw auto
en maak de juiste kabelaansluitingen afhankelijk
van de auto.
Normale aansluiting
Wanneer de posities van de rode en gele
kabels zijn omgekeerd
Voor auto's zonder ACC-stand
Nadat u de juiste aansluitingen hebt gemaakt en de
voedingskabels correct hebt geschakeld, sluit u het
toestel aan op de voeding van de auto. Als u vragen
of problemen hebt in verband met het aansluiten
van uw toestel die niet in deze handleiding worden
behandeld, neem dan contact op met uw
autohandelaar.
Als u uw stem wilt opnemen tijdens het handsfree
bellen, moet u de microfoon
installeren.
Waarschuwingen
• Als de kabel rond de stuurkolom of
versnellingspook gewikkeld raakt, kan dit tot zeer
gevaarlijke situaties leiden. Let erop dat deze
kabel en andere onderdelen de bestuurder niet
hinderen tijdens het rijden.
• Als uw auto uitgerust is met airbags of andere
schokabsorberende apparatuur, neem dan
voordat u het toestel installeert contact op met de
winkel waar u dit toestel hebt gekocht of met de
autohandelaar.
Opmerkingen
• Als u het toestel op het dashboard wilt monteren,
verwijder dan eerst voorzichtig de zonneklepklem van de
microfoon
en maak daarna de steun voor vlakke
montage
vast aan de microfoon
.
• Reinig het oppervlak van het dashboard met een droge
doek voordat u de dubbelzijdige tape
bevestigt.
1
Als u de bekabelde afstandsbediening wilt
inschakelen, stelt u [Steering Control] bij
[General] in op [Preset].
Voedingsaansluitingsschema
12
continue voeding
Geel
15
geschakelde voeding
Rood
12
geschakelde voeding
Geel
15
continue voeding
Rood
Hulpvoedingsaansluiting
Rood
Rood
Geel
Geel
Rood
Rood
Geel
Geel
Rood
Rood
Geel
Geel
De microfoon installeren
De bekabelde afstandsbediening
gebruiken
Clip (niet bijgeleverd)