20
NL
Standaard krijgt het systeem automatisch een
IP-adres toegewezen. Volg, indien nodig,
onderstaande procedure om handmatig een IP-
adres toe te wijzen. U wordt
geattendeerd op het feit dat handmatige
toewijzing van een IP-adres aan het systeem niet
nodig is, bij gebruik in een configuratie met een
router met DHCP-service.
1
Kies "NETWORK SETUP?" in het
netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op
ENTER.
2
Druk herhaaldelijk op
.
of
>
totdat "NETWORK TYPE?" verschijnt
en druk daarna op ENTER.
3
Druk herhaaldelijk op
.
of
>
totdat "STATIC IP?" verschijnt en druk
daarna op ENTER.
"IP ADDRESS?" wordt afgebeeld.
4
Druk op ENTER.
Het huidig ingestelde IP-adres verschijnt.
5
Druk herhaaldelijk op
.
of
>
om
de cijfers van het IP-adres in te voeren.
Druk herhaaldelijk op
m
of
M
om het
onderdeel te kiezen dat u wilt instellen.
6
Druk op ENTER.
"SUBNET MASK?" wordt afgebeeld.
7
Druk nogmaals op ENTER.
Het huidig ingestelde subnetmasker
verschijnt.
8
Druk herhaaldelijk op
.
of
>
om
de cijfers van het subnetmasker in te
voeren.
Druk herhaaldelijk op
m
of
M
om het
onderdeel te kiezen dat u wilt instellen.
9
Druk op ENTER.
"NETWORK SETUP?" wordt afgebeeld.
10
Druk herhaaldelijk op
.
of
>
totdat
"CONNECT?" verschijnt en druk
daarna op ENTER.
Als "Configuring" knippert is de instelling
voltooid.
Terugkeren naar de
standaardinstelling
1
Kies "NETWORK SETUP?" in het
netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op
ENTER.
2
Druk herhaaldelijk op
.
of
>
totdat
"NETWORK TYPE" verschijnt en druk
daarna op ENTER.
3
Druk herhaaldelijk op
.
of
>
totdat
"DHCP?" verschijnt en druk daarna op
ENTER.
4
Druk herhaaldelijk op
.
of
>
totdat
"CONNECT?" verschijnt en druk daarna op
ENTER.
Als "Configuring" knippert, is de instelling
van het systeem teruggekeerd naar de
automatische toewijzing van een IP-adres.
Netwerkinstellingen
maken