20
1
Verlaag het volume op dit apparaat.
2
Druk herhaaldelijk op
tot "BT AUDIO" wordt weergegeven.
3
Bedien het audio-apparaat en start het
afspelen.
4
Pas het volume op dit apparaat aan.
Display-items wijzigen
Druk op
.
Het volumeniveau aanpassen
Het volumeniveau kan worden aangepast
voor elk verschil tussen het apparaat en het
Bluetooth-audioapparaat.
1
Start het afspelen op het Bluetooth-
audioapparaat op een niet al te hoog
volume.
2
Stel uw gebruikelijke luistervolume in op
het apparaat.
3
Druk op de selectietoets.
4
Verdraai de regelknop tot "BTA VOL"
wordt weergegeven en verdraai de
volumeknop om het ingangsniveau aan te
passen ("+18dB" – "0dB" – "– 8dB").
Een audio-apparaat bedienen
met dit apparaat
U kunt de volgende bedieningshandelingen
uitvoeren op dit apparaat als het audio-
apparaat AVRCP (Audio Video Remote
Control Profile) van Bluetooth-technologie
ondersteunt. (De bediening kan verschillen
afhankelijk van het audio-apparaat.)
*1 Druk herhaaldelijk tot de instelling van uw
keuze wordt weergegeven.
*2 Afhankelijk van het apparaat kan het nodig
zijn dat u twee keer drukt.
Andere bedieningshandelingen dan de
hierboven genoemde moeten op het audio-
apparaat worden uitgevoerd.
Opmerkingen
• Afhankelijk van het audio-apparaat wordt
informatie zoals titel, tracknummer/-tijd,
weergavestatus, enz. misschien niet op dit
apparaat weergegeven. De informatie wordt
alleen weergegeven tijdens het afspelen van
Bluetooth-audio.
• Zelfs als op dit apparaat een andere bron wordt
gekozen, wordt de weergave van het audio-
apparaat niet stopgezet.
Bluetooth-instellingen
initialiseren
U kunt alle instellingen op dit apparaat die
met de Bluetooth-functie verband houden
(koppelingsinformatie, telefoonboek,
gesprekkenhistorie, voorkeuzenummer,
apparaatinformatie enz.) initialiseren.
1
Houd
gedurende 1
seconde ingedrukt om het apparaat uit
te schakelen.
Actie
Handeling
Albums
overslaan
Druk op
/
(ALBUM
/
)
[één keer drukken voor elk
album]
Herhaaldelijk
afspelen
Druk op
(REP)*
1
Willekeurig
afspelen
Druk op
(SHUF)*
1
Afspelen
Druk op
(PAUSE)*
2
op dit apparaat.
Pauzeren
Druk op
(PAUSE)*
2
op dit apparaat.
Tracks
overslaan
Druk op
–/+
(
/
) [één keer
drukken voor elke track]
Terugspoelen/
Vooruitspoelen
Houd
–/+
(
/
) ingedrukt
[ingedrukt houden tot het
gewenste punt]