34
Opmerkingen
• De volgende systeemomgevingen worden niet
ondersteund.
– Andere computers dan IBM-pc's, zoals
Macintosh, enz.
– Zelfgebouwde computers
– Computers met een geüpgraded
besturingssysteem
– Omgeving met meerdere schermen
– Multi-bootomgeving
– Virtual machine-omgeving
• Afhankelijk van de staat van de computer zal de
werking misschien onmogelijk zijn, zelfs als de
omgeving voldoet aan de aanbevelingen.
Problemen oplossen
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij
het oplossen van problemen die zich met het
apparaat kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst
doorneemt, moet u eerst de aanwijzingen voor
aansluiting en gebruik controleren.
Meer informatie over het gebruik van de
zekering en het verwijderen van het apparaat
uit het dashboard vindt u in de handleiding
voor installatie/aansluitingen geleverd bij dit
apparaat.
Als het probleem niet is opgelost, gaat u naar
de ondersteuningssite op het achterblad.
Algemeen
Het apparaat wordt niet van stroom
voorzien.
Controleer de aansluiting of de zekering.
Als het apparaat wordt uitgeschakeld en het
display verdwijnt, kan het apparaat niet
worden bediend met de afstandsbediening.
– Schakel het apparaat in.
De elektrische antenne schuift niet uit.
De elektrische antenne heeft geen relaisdoos.
Geen geluid.
De ATT-functie is ingeschakeld of de
Telephone ATT-functie (wanneer de
interfacekabel of een autotelefoon is
aangesloten op de ATT-kabel) is ingeschakeld.
De positie van de faderregelaar "FADER" is
niet ingesteld op een systeem met 2
luidsprekers.
Geen pieptoon.
De pieptoon is uitgeschakeld (pagina 27).
Er is een optionele versterker aangesloten en u
gebruikt de ingebouwde versterker niet.
De geheugeninhoud is gewist.
De voedingskabel of de accu is losgekoppeld of
niet juist aangesloten.
Opgeslagen zenders en de juiste tijd zijn
gewist.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid wanneer de stand van het
contactslot wordt gewijzigd.
De kabels zijn niet goed verbonden met de
voedingsaansluiting voor accessoires van de
auto.
Tijdens het afspelen of radio-ontvangst
wordt de demonstratie gestart.
Als er 5 minuten geen handeling wordt
uitgevoerd en "DEMO-ON" is ingesteld, wordt
de demonstratie gestart.
– Stel "DEMO-OFF" in (pagina 27).
Het display verdwijnt van/verschijnt niet in
het display-venster.
De dimmer is ingesteld op "DIMMER-ON"
(pagina 28).
Het scherm verdwijnt als u op
drukt en deze toets ingedrukt
houdt.
– Houd
op het apparaat
ingedrukt tot het display verschijnt.
De aansluitingen zijn vuil (pagina 32).
De Auto Off-functie werkt niet.
Het apparaat is ingeschakeld. De Auto Off-
functie wordt geactiveerd nadat het apparaat is
uitgeschakeld.
– Schakel het apparaat uit.