67
Vaste installatie
Voor een vaste installatie hebt u het extra
toebehoren "raam/ m S1 RKZ 06009 in de
vakhandel verkrijgbaar.
❏
Voor de afvoer van de warme lucht via de muur
moet u een gat boren dat groot genoeg is.
❏
Uisblaasmond eraf trekken en de luchtafvoerslang
op de raam/muurdoorvoer aansluiten.
❏
In geval van installatie via het raam wordt alleen
het transparente einde van het hulpstuk gebruikt.
Voor montage moet in het glas een ronde opening
met een diameter van 10,5 cm worden
a a n g e b r a c h t .
Attentie
• De luchtafvoerslang niet onnodig verlengen
(maximumlengte 140 cm).
• Er moet een minimumafstand zijn van 70 cm
tussen de vloer en het uiteinde van de slang.
• Bij het aanbrengen van de slang mag de radius
van de bochten niet te klein zijn.
Anders zou de adequate afvoer van de warme
lucht worden verhinderd, hetgeen weer een
vermindering van het koelvermogen kan impliceren.
Ontvochtigen
Als de keuzeschakelaar in stand staat, dan
onttrekt het apparaat vocht aan de omgevingslucht.
De temperatuur wordt echter niet geregeld.
❏
Knop voor het legen van het interne reservoir ca.
90° naar links draaien
❏
Stopje eraf trekken en de afvoerslang erop
steken.
❏
In een geschikte bak het door de afvoerslang
wegstromende condensatiewater opvangen
❏
Om uitsluitend de lucht te reinigen:
luchtafvoerslang in de parkeerstand zetten.
❏
Zet de functiekeuzeschakelaar op het symbool
Ontvochtigen , Fig. 8, door te drukken op de
toets "mode".