Nederlands
51
4
Inspectie
Waar u op moet letten
• Giet de brandstof waarmee u het inlaatfilter van de brandstoftank heeft schoongemaakt niet in de tank; doe ook eventuele
vuile brandstof die u bij het inspecteren van de brandstoftank eruit verwijderd heeft niet terug in de tank.
• Controleer om elektrische schokken en erger te voorkomen voor u begint met inspectie
of onderhoudswerkzaamheden of de verwarming volledig is uitgeschakeld en of de stekker
uit het stopcontact is.
• Draag bij werkzaamheden aan en schoonmaken van het verwarmingstoestel handschoenen
om eventueel letsel te voorkomen.
VOORZORGSMAATREGELEN
4-1. Dagelijkse inspectie
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
■
Inspectie van het inlaatfilter van de brandstoftank
1
Verwijder de dop van de brandstoftank en
controleer of er vuil/stof zit op het inlaatfilter
van de tank.
Kerosine
Tank-inlaatfilter
2
Als het filter vuil is, verwijder het dan uit de
tank en was het met schone brandstof.
3
Doe vervolgens het inlaatfilter terug en doe
de dop weer goed terug op de brandstoftank.
1
Controleer het filterelement op vuil en stof.
2
Als het filterelement vuil is of verstopt, dient
u het element te vervangen en de filterkop
stevig te bevestigen met de afdichtring.
3
Verwijder eventueel water uit de beker. Wa-
ter in de beker betekent tevens dat er ook
water in de tank zit. Handel volgens de
instructies op pagina 52 en verwijder het wa-
ter uit de brandstoftank.
Brandstoffilter
Element
Losdraaien
Afdichtring
Afdichtring
Beker
O-ringafdichting
Verwijderen
Element
■
Inspectie van het filter en aftappen van water uit de brandstoftank
Controleren van het filterelement