SCS SPEEROCK, Руководство пользователя

Страница: 146 / 180

NL
NL ::: 26
27
34
Naam van de handset
Druk op de functietoets Menu om het hoofdmenu te tonen.
Gebruik de navigatietoetsen om Scherm te kiezen.
Druk daarna op de functietoets Select .
Druk op Op of Neer om Naam van de handset
te kiezen. Druk daarna opnieuw op Select.
Druk op Op of Neer om « Stap » te kiezen. Druk
daarna opnieuw op Select om te bevestigen.
Voer de naam in die u aan de handset wilt toekennen
(maximaal 15 karakters). Druk daarna opnieuw op Select .
om te bevestigen.
Druk op de functietoets
BEWAREN . Op het scherm wordt nu
de naam van de handset weergegeven.
Om deze functie te deactiveren, open het menu « Naam van
de Handset » en kies « STOP » . Druk daarna op Select om
te bevestigen.
1
1
2
2
3
3
4
4
5
6
7
Gebruik de luidspreker
Tijdens een gesprek kunt u de luidspreker activeren die op
de handset is ingebouwd. Plaats de handset eenvoudigweg
op een vlakke ondergrond (bijvoorbeeld op een tafel) om te
genieten van het comfort van handsfree bellen.
Om de luidspreker te activeren, drukt u op de toets
tijdens het gesprek. Op het scherm verschijnt het icoon
Om de luidspreker te deactiveren drukt u opnieuw op de
toet Het icoon verdwijnt van het scherm.
Het volume instellen
Tijdens het gesprek drukt u op de toets op of Neer om
het volume van de oortelefoon (of het volume van de
luidspreker bij een handsfreegesprek) in te stellen. Er zijn 5
volumeniveaus. Op het scherm worden deze aangegeven
met meerdere streepjes .
Als het laatste streepje in rood wordt weergegeven, staat
het volume op maximaal.
Functie geheim
U kunt tijdens een gesprek de microfoon tijdelijk uitzetten
zodat de persoon waarmee u belt u niet kan horen.
Daarentegen kunt u de persoon met wie u belt wel steeds
horen. Met deze functie kunt u in alle discretie spreken met
een persoon die zich dichtbij u bevindt.
Om de microfoon uit te zetten: druk op de toets rechts
tijdens het gesprek. Het icoon verschijnt op het scherm.
Om de microfoon weer aan te zetten drukt u opnieuw op
de Rechter toets . Het icoon verdwijnt van het
scherm.
Druk op de functietoets Menu om het hoofdmenu te tonen.
Gebruik de navigatietoetsen om Scherm te kiezen .
Druk daarna op de functietoets G Select.
Druk op Op of Neer om Achtergrond te kiezen. Druk
daarna opnieuw op Select . De huidige instelling wordt
op het scherm weergegeven.
Gebruik meerdere keren de navigatietoetsen om één
van de 9 beschikbare kleuren te kiezen. Bevestig door op
de functietoets Select te drukken.
Achtergrondkleur