15
© 2023 Samsara Inc.
Phillips 0
1
Zorg ervoor dat uw Samsara-gateway is
geïnstalleerd.
Zorg ervoor dat uw gateway en omgevingsmonitor
zijn geactiveerd. Dit kan worden gedaan in het
.
2a
Kies een montagelocatie voor het apparaat binnen
30,5 m van de gateway.
Het lipje voor de detectie van de
omgevingstemperatuur (“INT”) bevindt zich aan de
zijkant van het apparaat. Plaats het apparaat op een
locatie met een open luchtstroom, uit de buurt van
deuren om grote temperatuurschommelingen te
voorkomen. Zorg ervoor dat de rubberen plug aan
de onderkant van het apparaat blijft zitten wanneer
u de temperatuursonde niet gebruikt.
2b
3
ACC-EM-P1
ACC-EM-P1
10cm
30,5m
5
Sonde-installatie (indien van toepassing):
Verwijder de rubberen plug aan de onderkant van het apparaat. Plaats de connector met de handgrepen naar
voren gericht. Bevestig de connector met de schroeven. Er verschijnt een “EXT” externe temperatuurmeting op
het scherm. Merk op dat zowel de omgevingstemperatuur als de sondetemperatuur worden geregistreerd en
opgedoken in de Samsara-dashboard.
Voor de sondetemperatuur (“EXT”), zorg ervoor dat
10 cm onder het apparaat vrij is van obstakels om
kabelverbinding mogelijk te maken. Zie stap 4 voor
installatie-instructies voor de sonde.
Opmerking:
Sonde wordt apart verkocht.
Monteer het apparaat met behulp van de
bijgevoegde plakstrips op een schone, vlakke
ondergrond. Gebruik voor extra veiligheid de twee
½” (1,27 cm) zelftappende schroeven.